Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grondel

betekenis & definitie

Grondel - 1) Gobio fluviatilis, visch uit de familie der Karperachtigen (Cyprinidae) met eindstandigen bek en een dikken voeldraad in elk der mondhoeken, lichaam lang gestrekt en tamelijk rond, met vrij groote schubben, kleur aan de rugzijde blauwachtig olijfgroen, zijden en buik blauwtot zilverachtig wit, met zwarte stippen en vlekken op de donkergekleurde lichaamsdeelen, rug- en staartvin met donkere, tot dwarsbanden vereenigde vlekken op de stralen. Bereikt in volwassen staat een lengte van 10-15 c.M. Komt bij ons zeer menigvuldig in stroomende en stilstaande zoete en weinig brakke wateren voor, en is op sommige plaatsen (in Noord-Holland b.v.) ondanks zijn geringe afmetingen een belangrijk voorwerp der visscherij. — 2) Gobius minutus, visch uit de familie der Grondelachtigen (Gobiidae), met platten kop en eenigszins spoelvormig lichaam, waarvan het voorste gedeelte op sommige plaatsen schubloos is, kleur geelachtig grijs met bruine stippen op den rug en de afgeronde staartvin. Bereikt in volwassen staat een lengte van 3-10 c.M. Een onzer kleinste visschen, komt zeer menigvuldig aan onze kust en vooral in de Zuiderzee en het brakke water onzer riviermonden voor, wordt veelal samen met garnalen gevangen. Is als menschelijk voedsel waardeloos, doch vormt bij ons vaak een belangrijk bestanddeel van het „nest”, dat in de Zuiderzee gevangen en als voedsel voor eenden gebezigd wordt.