Godvreezend - duidt Hand. 18 : 13, 19 : 27 heidenen aan, die bepaalde toenadering tot het Jodendom toonden door het houden van den sabbat en van spijswetten, zonder tot de besnijdenis en het onderhouden van de geheele wet te komen, waardoor ze van de proselieten of Jodengenooten verschilden. Vgl. E. Schürer, Geschichte des jüd. Volkes im Zeitalter Jesu Christi III.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk