Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Geyer (erik gustaf)

betekenis & definitie

Geyer (erik gustaf) - Zweedsch schrijver en historicus, geb. 1783 in Ransater, overl. 1877 te Stockholm, studeerde klassieke talen te Upsala, werd 1817 hoogleeraar in geschiedenis aldaar, was toen een tijdlang woordvoerder van de conservatieve partij, maar liep later naar de liberalen over. G. was medeoprichter van het vaderlandslievende verbond Götiska Förbundet, 1811, dat zich ten doel stelde de oude kracht en heerlijkheid van de voorvaderen terug te winnen en dat het tijdschrift „Iduna” uitgaf. Hierin verschenen vele gedichten van G. over motieven uit de oude Skandinavische geschiedenis.

Als philosoof hoorde G. tot de volgelingen van Schelling. Zijn voornaamste werken zijn Thorild 1818, een wijsgeerig geschrift, Svenska Folkets historia, 1832-’36, en zijn verzamelde gedichten Skaldestycken 1836.

< >