Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gelder

betekenis & definitie

Gelder - 1) Aert de, geb. te Dordrecht 1645, aldaar overl. 1727. Portret- en historieschilder uit de school van Rembrandt. Leerling van S. van Hoogstraten en waarschijnlijk eerst omstreeks 1660 van Rembrandt. Hij schildert in Rembrandts laatste manier, trekt dus profijt van de resultaten, die de rijpste periode van den grooten meester aan den dag brengt. Daarbij is G. niet van zekeren persoonlijken aanleg ontbloot.

Zijn vormen herinneren meestal sterk aan die van zijn meester, maar in zijn kleur heerscht soms een koel blauwgroen naast het gewone rood, oranje en bruin, waardoor de werking van het geheel onmiddellijk geheel anders wordt. G. is geen gaaf en evenwichtig talent, zijn werk is zeer ongelijk, soms slordig en achteloos geteekend, soms tot groote hoogte opgevoerd. Houbraken en Weyerman, die hem persoonlijk gekend hebben, geven uitvoerig bericht over hem. Schilderijen te Amsterdam, Berlijn, Brussel, Dresden, Den Haag, Frankfurt a. M., Petersburg, Rotterdam (Abraham en de Engelen, een zijner beste stukken), Weenen. Talrijke teekeningen van G. gaan op naam van Rembrandt. — Litt.: Wurzbach, Niederl. Künstlerlexicon.

2) Petrus Smidt van, in 1762 te Ouddorp geboren zoon van den Doopsgezinden predikant Hendrik v. G., was oorspronkelijk ook voor den evangeliedienst bestemd, doch werd door zijn schoonvader Maarten Schouten in 1783 in het papierbedrijf betrokken, toen de molen „De Eendragt” te Wormer werd aangekocht en voor gemeenschappelijke rekening ingericht. De zaak nam op en na het overlijden van Schouten in 1797 werd zij in compagnieschap met diens weduwe onder de firma M. Schouten & Co. voortgezet tot haar overlijden in 1803, waarna de firmanaam in die van Van Gelder Schouten & Co. werd veranderd. De Fransche overheersching bracht ook in de papierindustrie achteruitgang en gedeeltelijken stilstand, maar met Nederlands herstel nam zij weer in omvang en beteekenis toe, wat tot in 1830 bij het uitbreken van den Belgischen opstand voortduurde. In den bloeitijd had Sm. v. G. nog drie papiermolens overgenomen en wel „De Bok” te Wormerveer (1803), „De Kruiskerk” te Zaandam (1817) en „De Soldaat” te Wormerveer (1820), terwijl zijne vier zoons achtereenvolgens in de zaak waren betrokken: Martinus, Hendrik en Pieter in 1816, en Arend, de jongste, in 1821. Aan dit viertal werd het beheer in 1830 geheel overgedragen; de vader overleed in 1842 te Zaandam. Het bedrijf was steeds op de hoogte van den tijd gehouden en reeds in 1804 was Sm. v. G. door de Nationale Nederl. huishoudelijke maatschappij, wegens het voor het eerst en met succès hier te lande vervaardigen van velijnpapier, met goud bekroond, ’t Was echter een handbedrijf gebleven en na de malaise van 1830, toen de firma allengs ⅓ gedeelte van haar debiet verloor, en nadien de concurrentie van het machinale papier uit het buitenland zich voortdurend sterker deed gevoelen, begrepen de vier gebroeders, dat het noodig was naast de 4 molens met 13 schepkuipen tevens de papiermachine in werking te stellen. Tot dat doel werd dan ook in 1837 de molen „Het Fortuyn” van de firma Van der Ley te Zaandam aangekocht en na het overwinnen van allerlei technische moeilijkheden tot machinale fabriek ingericht. Deze eerste papierfabriek in Nederland werkte echter niet voorspoedig, met het gevolg dat ze in 1854 weer werd verkocht.

Er was toen evenwel reeds een tweede fabriek in werking gesteld en wel „De Eendracht” te Wormerveer, welke molen in 1845 door de zoons Pieter Sm. v. G. Jr., Pieter Hendrik v. G., en Pieter Sm. v. G. Pz. van de drie oudste firmanten was overgenomen en tot machinale inrichting verbouwd. Deze fabriek bestaat nog en werkt thans met drie papiermachines. De nieuwe onderneming, onder de firma Van Gelder Zonen begonnen, had succès en in 1855 werd het geheele bedrijf der firma Van Gelder Schouten & Co. aan haar overgedragen. Drie jaar later bleek het noodig den papierhandel van Wormerveer naar een belangrijk handelscentrum over te brengen en werden het kantoor met de magazijnen der firma te Amsterdam gevestigd, oorspronkelijk aan de N.-Z. Voorburgwal, sedert 1886 in een geregeld vergroot perceel aan den Singel. Nieuwe uitbreiding der productie-inrichtingen vond in 1869 plaats, toen de papiermolen „De Eendracht” van S. J. Pannekoek te Apeldoorn werd aangekocht, waar men zich aanvankelijk aan het maken van handgeschept papier bleef houden, tot in 1899 ook daar de machine werd ingevoerd en er thans met 6 papiermachines en eenige kuipen wordt gearbeid. In 1875 traden P. Sm. v. G. (zoon) en Joan Gerard Kruimel (schoonzoon van P. Sm. v. G. Pz.) als deelgenooten in de firma op en in 1883 trokken de firmanten P. Sm. v. G. Jr. en P. H. v. G. zich uit de zaken terug. Eenige jaren later werd in de fabriek te Wormerveer met het fabriceeren van courantpapier begonnen, waarbij evenwel spoedig bleek, dat eene speciaal-inrichting noodig was, om dit papier met succès te kunnen vervaardigen.

Dit leidde in 1896 tot de stichting eener fabriek aan den Noordelijken oever van het Noordzeekanaal te Velsen, waar in den beginne met 2 machines werd gewerkt, doch welk aantal langzamerhand tot 5 moest worden uitgebreid. Naast deze inrichting werd in 1901 een fabriek gesticht om cellulose uit hout, eene der voornaamste grondstoffen voor papier, te maken, waar het aantal kookketels allengs van 3 tot 8 klom. Een tweede cellulosefabriek met 4 kookketels werd in 1910 in werking gesteld. Een spiritusfabriek, ter verwerking van de afgewerkte loog, werd in 1917 aan deze cellulosefabrieken verbonden. Eveneens was daar in 1905 een houtslijpfabriek voor de vervaardiging van deze primaire grondstof voor courantpapier, die tevoren met scheepsladingen uit Scandinavië werd aangebracht, naast de papierfabriek gebouwd. Na verschillende wijzigingen werkt deze fabriek thans met 4 magazijnslijpers. Onderwijl was in 1900 de Naamlooze Vennootschap „de Vereenigde Koninklijke Papierfabrieken der firma Van Gelder Zonen” met een aanvankelijk kapitaal van 2½ millioen gulden in het leven geroepen, waarin de fabrieken werden ingebracht. Als directeuren dezer N. V. traden P. Sm. v. G., J. H. A. Kruimel en P. Sm. v. G. Jr. op.

Door aankoop in 1907 werd de N. V. met de papierfabriek „Harten” te Renkum uitgebreid, waar nu 3 papiermachines in werking zijn. Door aanbouw kwam in 1912 terzelfder plaatse, aan den Noordelijken Rijnoever, eene papier- en houtslijpfabriek met 2 groote papiermachines en 6 magazijnslijpers, voor het maken van courantpapier, tot stand. Het kapitaal, waarmede de vennootschap werkte, dat inmiddels tot 5 millioen gulden volgestort was gestegen, werd in 1910 op 10 millioen gulden, bestaande voor 3/10 uit 6% cumulatief preferente aandeelen en voor 7/10 uit gewone aandeelen, gebracht. Van dit oogenblik af werden nieuw uittegeven aandeelen van ƒ 5000.aan het publiek aangeboden. De 3 bovengenoemde directeuren namen toen zitting in den raad van commissarissen, terwijl daarin tevens A. Roelvink en E. D. van Walree werden gekozen. Als directeuren traden voortaan H. Sm. v. G., N. F. Allan, J. Beuker, J. C. Dirks en D. Wiepkes op.

Niettegenstaande de door den wereldoorlog ontstane moeilijkheden en de ontwrichting der economische toestanden, konden alle fabrieken blijven doorwerken, wijl de enorme bezwaren steeds op afdoende wijze werden overwonnen. Thans (1918) werkt de N. V. met een geplaatst kapitaal van 12 millioen gulden, 6 papierfabrieken, waarin 19 papiermachines, 2 cellulosefabrieken met 12 kookketels, 2 houtslijpfabrieken met 10 magazijnslijpers en 1 spiritusfabriek. Aanwezig zijn 29 stoommachines en turbines met een totaal van 35.000 paardekrachten; verder 43 stoomketels met een totaal verwarmend oppervlak van 14.000 M2. De jaarlijksche productie der N. V., die hare afnemers in alle landen der wereld heeft, bedraagt 75.000 ton papier, 25.000 ton cellulose, 30.000 ton houtslijp en 12.000 H.L. spiritus. Naast de N. V. bleef de firma Van Gelder Zonen als handelshuis bestaan, in welke firma in 1912 H. Sm. v. G. als deelgenoot werd opgenomen en waarin in 1913 ook L. F. Boekenoogen en J. Legel Jr. deelgerechtigd werden, nadat P. Sm. v. G. in hetzelfde jaar als firmant was uitgetreden.