Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Geertsema (mr. johan hendrik)

betekenis & definitie

Geertsema (mr. johan hendrik) - Nederl. staatsman, geh. 1816 te Groningen, overl. te Utrecht 1908, promoveerde in zijn geboortestad in de beide rechten, vestigde zich daar als advocaat, was er lid van den Raad en van de Prov. Staten, tot hij in 1863 door Groningen naar de Tweede Kamer werd afgevaardigd en er bleef tot 1869, toen hij tot lid van den Raad van State werd benoemd tot ’72. In 1866 was hij eenige maanden Minister van Binnenl. Zaken; opnieuw van 1872-’74, zijn belangrijkste periode op politiek gebied, al kon hij door verdeeldheid onder de liberalen er niet in slagen, om twee gewichtige ontwerpen tot wet te helpen verheffen: de censusverlaging, en de afschaffing van plaatsvervangers en nummerverwisseling.

Van 1875-78 had G. wederom zitting in de Tweede Kamer, tot zijn benoeming tot Commissaris des Konings in Overijsel volgde, welk ambt hij tot 1892 bekleedde. Van 1894-1902 was hij lid van de Eerste Kamer. Hij schreef: De Volksvertegenwoordiging (in het gedenkboek „Een halve Eeuw”, uitgegeven door het Nieuws van den Dag, 1898).

< >