Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Geertsema

betekenis & definitie

Geertsema - (Mr. Johan Hendrik), Nederl.staatsman, geh. 1816 te Groningen, overl. teUtrecht 1908, promoveerde in zijn geboortestadin de beide rechten, vestigde zich daar als advo-caat, was er lid van den Raad en van de Prov.Staten, tot hij in 1863 door Groningen naar deTweede Kamer werd afgevaardigd en er bleef tot1869, toen hij tot lid van den Raad van Statewerd benoemd tot ’72. In 1866 was hij eenigemaanden Minister van Binnenl. Zaken; opnieuwvan 1872—’74, zijn belangrijkste periode oppolitiek gebied, al kon hij door verdeeldheid onderde liberalen er niet in slagen, om twee gewichtigeontwerpen tot wet te helpen verheffen: de census-verlaging, en de afschaffing van plaatsvervangersen nummerverwisseling.

Van 1875—78 had G.wederom zitting in de Tweede Kamer, tot zijnbenoeming tot Commissaris des Konings inOverijsel volgde, welk ambt hij tot 1892 bekleed-de. Van 1894—1902 was hij lid van de EersteKamer. Hij schreef: De Volksvertegenwoordiging(in het gedenkboek „Een halve Eeuw”, uitge-geven door het Nieuws van den Dag, 1898).

< >