Fresnel (spiegelproef van -) - proef, het eerst door Fresnel genomen, teneinde de mogelijkheid van interferentie van het licht, en daarmede de juistheid der undulatietheorie van het licht aan te toonen. Te dien einde werd het licht eener spleetvormige lichtbron teruggekaatst onder een invalshoek van bijna 90° aan twee spiegels, die een kleinen hoek met elkaar maken, en zoo nauwkeurig mogelijk tegen elkaar aansluiten. Ter plaatse, waar de beide lichtbundels (afkomstig van de terugkaatsing aan de twee spiegels) elkaar doorsnijden, neemt men met behulp eener loupe lichte en donkere interferentiestrepen waar. In bepaalde punten, waar het gangverschil der beide lichtstralen een even aantal halve golflengten bedraagt, versterken de lichtbewegingen elkaar, neemt men dus licht waar, terwijl in die punten, waar het gangverschil een oneven aantal halve golflengten bedraagt, de lichtbewegingen elkaar tegenwerken en dientengevolge duisternis heerscht.
Ook is het mogelijk, met behulp van de s. v. F., de golflengte van het licht te meten. Teneinde een groot aantal interferentiestrepen waar te nemen, is het noodig, homogeen licht te bezigen, daar anders reeds bij een gangverschil van enkele golflengten de lichtmaxima en -minima voor de verschillende kleuren elkaar superponeeren, en dientengevolge geen interferentiestrepen meer kunnen worden waargenomen. Eene complicatie van het verschijnsel wordt veroorzaakt, doordat het licht aan den rand der spiegels buiging ondergaat. De s. v. F. is op verschillende wijzen eenigszins veranderd; reeds Fresnel heeft in plaats van twee spiegels twee met elkaar verbonden prisma’s (biprisma) gebruikt om twee lichtbundels te verkrijgen, die met elkaar kunnen interfereeren; Billet heeft daartoe twee halve lenzen gebruikt. Ook wel is slechts één spiegol gebruikt; de hierdoor teruggekaatste lichtbundel kan interfereeren met het direct van de lichtbron afkomstige licht.
