Fontainebleau - Stad in het Fransche dept. Seine-et-Marne; 15.000 inw.; gelegen bij de Seine, kruispunt der spoorwegen Parijs-Lyon en Parijs-Bourges, ’t Is een stille, deftige stad, met breede straten. Er is fayence-industrie en in den omtrek ooftteelt en wijnbouw. Van de druiven worden ook rozijnen („Chasselas”) gemaakt.
De grootste bekendheid heeft F. te danken aan het beroemde paleis en het prachtige woud. Het laatste is 17.000 H.A. groot, ligt hoofdzakelijk op zandsteenbodem, heeft mooie bosch- en rotspartijen, ofschoon het in den drogen zomer van 1911 veel van boschbranden geleden heeft. Het slot werd reeds door de Capetingers bewoond. Het tegenwoordige paleis werd aangelegd door Frans I, later meermalen vergroot, zoodat verschillende stijlen der opeenvolgende kunstperioden er in vertegenwoordigd zijn. Doordat het dikwijls de residentie was der Fransche heerschers, zijn er vele historische herinneringen aan verbonden:
1) Vrede van F., Sept. 1679, gesloten tusschen Denemarken en Zweden onder druk van Lodewijk XIV, waarbij de status quo ante werd hersteld.
2) Praeliminairen van F., 3 Nov. 1762 geteekend, door Frankrijk, Engeland en Spanje en bekrachtigd door den vrede van Parijs.
3) Vrede van F., 8 Nov. 1785 gesloten onder bemiddeling van Frankrijk, tusschen Jozef II van Oostenrijk en de Rep. der Ver. Ned., waarbij de Rep. tegen betaling van een geldsom verkrijgt, dat Jozef afziet van de opening van de Schelde en van Maastricht.
4) Verdrag van F., 27 Oct. 1807, gesloten tusschen Frankrijk en Spanje, waarbij overgegaan werd tot een deeling van Portugal.
5) Decreten van F., uitgevaardigd op 18 en 25 Oct. 1810 als aanvulling van ’t decreet van Berlijn (zie CONT. STELSEL). Bepaald werd, dat Engelsche waren op ’t vasteland gevonden verbrand zouden worden en dat aparte rechtbanken zouden worden ingesteld met ’t oog op den smokkelhandel.
6) Concordaat van F. (25 Jan. 1813) waarbij Napoleon vrede sluit met paus Pius VII, spoedig door N. herroepen.
7) Verdrag van F. (11-13 April 1814), gesloten tusschen Napoleon en de geall., waarbij hij afstand deed van den troon en souverein vorst van Elba werd.
