Éskimchcmf. - Bij de verschillende volksstam-men in de Noordelijke poolstreken komen ver-schillende rassen voor van wolfachtige honden,na verwant met onze keeshonden. De Eskimo-hond, die vooral door de volksstammen vanGroenland, Baffinsbaai, Kamsjatka en Labradorwordt gehouden, is een der beste vertegenwoor-digers dezer rassen. De lezer kent deze dierenwel van afbeeldingen van sledevaarten in depoolstreken, zooals wij die in werken van pool-reizigers aantreffen. Gewoonlijk worden 9 hondenvoor een slede gespannen, de voorste is deleider, en daarvoor kiest men de meest intelli-gente.
De andere zijn twee aan twee achter elkaargespannen. Wat voeding betreft kunnen dehonden volstaan met wat visch en afval vanrobben; zij hebben veel volhoudingsvermogenen zijn naast de rendieren de eenige dieren, dieals trekdieren in de poolstreken kunnen dienen.De honden zijn 50—60 c.M. hoog; de kop gelijktop dien van een wolf, de snuit is alleen spitseren de kleine spitse ooren staan rechtop. Deneus is zwart, de oogen zijn donker, de hals issterk, de borst breed en diep. Rug en lendenenzijn sterk, de staart wordt meestal naar bovengekruld. De beenen zijn recht en sterk. De be-haring is lang, grof en hard; ’s winters komttusschen dit harde haar een dikke laag wolhaar.De kleur is verschillend, wit, zwart, grijs, bruinof gevlekt.