Eskadron - Ook wel geschreven escadron (Ital. squadrone), tactische eenheid der cavalerie; sterkte 120 à 150 sabels of lansen. Reeds bij de Ouden treft men overeenkomstige ruiterafdeelingen aan; de Grieken noemden ze hipparchie (128 man op 8 gelederen), de Romeinen turma (40 man op 4 gelederen); Philippus van Macedonië voerde voor dergelijke ruiterafdeelingen de driehoekige formatie in. Bij de modernen treft men de indeeling in esk. het eerst tijdens Karel den Stoute aan (volgens La Noue bij de Duitschers tijdens Karel V, alwaar het e. op 8 à 10 gelederen was opgesteld). In Frankrijk komt deze organisatie eerst voor in den tijd van Lod.
XIV en bestond een e. uit 3 tot 4 compagnieën a 35 tot 40 man. Onder Frederik den Gr. bestond een regiment Pruis, cavalerie uit 5 esk., onderverdeeld in 2 compagnieën a 70 man. De tegenwoordige organisatie is ontstaan tijdens het le Keizerrijk. In Ned. heeft het e. eene sterkte van 6 officieren, 16 onderofficieren, 17 korporaals 120 manschappen, 162 paarden en 4 a 7 voertuigen en wordt verdeeld in 4 pelotons, terwijl 4 e. samen tot een regiment zijn vereenigd. De E.-commandant heet ritmeester.
De linievormen van een Ned. e. zijn:
1) de linie, waarbij het e. is opgesteld op 2 gelederen en een opsluitend gelid, de ruiters beugel aan beugel;
2) de verspreide aanvalsvorm, waarbij het e. is opgesteld op 1 gelid, de ruiters op onderlinge tusschenruimten van minstens 1 M.;
3) de flankcolonnes, waarbij de pelotons elk in colonne met tweeën of vieren op ontwikkelingstusschenruimten naast elkaar zijn opgesteld.
De colonnevormen van een Ned. e. zijn:
1) de colonne met pelotons, waarbij de pelotons elk in linie, op ontwikkelingstusschenruimten achter elkaar zijn opgesteld;
2) de marschcolonnes, waarbij het e. is opgesteld in colonne met eenen, tweeën of vieren.
Veld-E., de tactische eenheid, die voorbeschikt is, om te velde te trekken en waarvan dus zoowel de manschappen als de paarden zijn afgericht, in tegenstelling met het Depot-E., alwaar manschappen en paarden verder worden afgericht en dat dus niet mede te velde kan gaan.
Reserve-E., gevormd uit manschappen en paarden, die boven de organieke sterkte aanwezig zijn; ze worden te velde gebruikt, om in het ongereede geraakte eenheden te vervangen.
Aanvullings-E., dient om voor den dienst te velde tijdelijk niet geschikte manschappen en paarden op te nemen en als reservoir voor de aanvulling van vacatures in de veld-E.
Recruten-E., bestaat uit recruten en kader, dat deze moet africhten.
E. Ordonnansen, bestaat uit in het bijzonder voor den ordonnansendienst opgeleide manschappen. De Ned. cavalerie bezit 1 E. O., waarvan elk der 4 pelotons te velde wordt toegevoegd aan eene infanterie-divisie. E. Wielrijders, afdeelingen wielrijders ter sterkte van ongeveer 150 man, oorspronkelijk allen Huzaren, in Nederl. tijdens de mobilisatie 1914 gevormd.
Voet-E., afdeeling Huzaren te voet, in Nederl. tijdens de mobilisatie 1914 gevormd uit het overcompleet aan cavaleristen. Zij werden opgeleid, om zoo noodig als infanterist te kunnen optreden.