Ephezen - thans spreekt men liever van Efeziërs. (Doorgaans hoort men den klemtoon verkeerd leggen; wanneer de uitgang ophoudt, die van het Grieksch-Latijnsche Ephesus te zijn, treedt ons gewoon accent in. Niemand denkt er aan van katechúménen en of antithése te spreken. Daarom accenteere men ook Ephé-zen). Met E. worden in den Statenbijbel bedoeld bepaalde Christelijke bewoners aldaar.
De hei-densche heeten Hand. 19 : 34 Efezeren. De brief, die door Paulus aan hen geschreven heet, is echter niet aan die stad gericht, doch aan een reeks van Paulus persoonlijk nog onbekende gemeenten in het Lykus-dal, een heel eind achter Epheze gelegen. In Eph. 1 :1 missen dan ook de bekendste handschriften de aandui-ding van de plaats van bestemming. De brief is gericht aan door anderen bekeerde heiden-Christenen, die nog met Paulus persoonlijk ken-nis moeten maken, 1 : 15, 3 : 2, 4, 4 : 21. Daar-om is de groet zeer algemeen gehouden, 6 : 23v. De brief wordt door een lofzegging, 3 : 20, 21, in twee deelen gesplitst: een betoogend deel, dat het plan Gods, waardoor Joden en heidenen samen één geheel vormen, ontvouwt, en een ver-manend deel, waarin men o. a. de Chr. „huis-tafel” en den „Christen-krijgsman” aantreft. De overbrenger van den brief was Tychicus, 6: 21 v.p. Velen houden den brief voor niet-Paulinisch in verband met allerlei moeilijkheden, met den vergevorderden leer-inhoud en met taal en stijl. Het is waar, dat dit geschrift met zijn zeer lange zinnen, beschouwenden aard en plechtigen kanselstijl heel anders aandoet dan de vroegere brieven van Paulus.
Veel wordt echter verklaar-baar, wanneer we hem vergelijken met de tege-lijkertijd verzonden brieven aan de Kolossenzenen aan Filémon. In E. toch staat de souvereini-teit Gods op den voorgrond, de leidingen Gods met Jood en heiden, Gods hand in de wereldge-schiedenis. We zijn in den tijd. Voor heidendom en demonen wordt gewaarschuwd. Paulus polemiseert echter niet, hij is thetisch als op den kansel, waar geen tegenspraak vernomen wordt. We speuren de bijbeltaal en den band met het O. T. Paulus is op den avond zijn levens in kalme stemming, breed, bespiegelend, weinig-persoonlijk. Vgl. A. v. Veldhuizen, Kolossenzen, Theol. Stud. 35 (1917).
Nemen we de echtheid aan, dan is de vraag of E. werd geschre-ven uit de gevangenis te Epheze, waarvoor thans meer stemmen opgaan (vgl. P. Feine, on-der FILIPPENZEN) te Caesarea of te Rome. Met het oog op den gelijktijdigen brief aan de Kol. geven wij den voorkeur aan Rome, waarPaulus schreef in of kort na het jaar 58. Vgl.J. H. Gunning J.Hzn, De kerk van Christus,1903; J. M. S. Baljon, Commentaar op de E.,1907; J. O. F. Murray, Ephesians. Voor de volledige litteratuur het spoedig verschijnend deeltje van „Tekst en Uitleg” door Dr. H. M. v. Nes.
