Eem - getijrivier in Utrecht van Amersfoort naar de Zuiderzee. Ze ontstaat te Amersfoort,waar ze door een sluis is afgesloten, uit het water van de Luntersche en van de Barneveldsche Beek en voert als zoodanig het water af van de Geldersche vallei, een deel der Utrechtsche heu-vels en van de W. helling der Veluwe. Door de open verbinding met de zee gaat de water-stand op de E. met de getijden op en neer. Het staat gemiddeld iets boven A.P. (in Nov. ruim 1 M. + A.P., bij Amersfoort, in Mei en Oct.± A.P.). Bij hoogen waterstand der Zuiderzee zooals in Jan. 1916 loopen de poldertjes links en rechts van de E. onder.
De E. en daarmede in verband staande wateren met name de Lun-tersche Beek beneden Woudenberg staan onder beheer van het „Hoogheemraadschap van de rivier de Eem, beken en aankleve van dien.”De E. is langs den geheelen O.kant bedijkt.Deze dijk is in onderhoud bij het „Hoogheem-raadsch. van de Bunschoter Veen- en Veldedijk”,behalve nabij Amersfoort, waar hij behoort tot de militaire Grebbelinie en door het rijk word onderhouden. Langs den Westelijken E.-oever lig-gen slechts laag omkade poldertjes, uitsluitend grasland; ver daarachter ligt langs Eemnes dez.g. „Hooge” of „Wakkere” dijk van het water-schap Eemnes. Bij hoogen waterstand loopen de landen ten W. van de E. licht onder, in Jan .l916 door dijkbreuk ook die ten 0. De afwate-ring van deze landen, ook van die boven Amers-foort op de E. laat veel te wenschen over, zoodat b.v. om Amersfoort vaak veel land blank staat.Voor de scheepvaartverbinding van Amers-foort met de Zee werd de E. in de 17e eeuw op diepte gebracht en van in zee door de ondiepten uitstekende mondingshoofden voorzien. Deze toegang is echter slechts bruikbaar voor kleine schepen, met een diepgang van niet meer dan 1 M. bij laag water.
