Eber, - ook Heber, vlgs. Genesis 10 en 11 de belangrijkste van Sem’s zonen, bijna even belangr. als Sem (oudste zoon v. Noach) zelf. E. is de heros epónymus van alle Hebreën; zie AARTSVADERS. Zonen van E. zijn Peleg (d. w. z. de N.-Semieten) en Joktan (d. w z. de Z.-Semieten).
De geslachtslijst van Peleg loopt dan verder uit op Terah en Abraham. — De p e r s o o n snaam „E.” (welks Hebreeuwsche grondvorm ibr luidt) is het foutievelijk veronderstelde grondwoord van „Hebreër” (in ’t Hebreeuwsch ibr-î). Dit laatste substantivum komt van eber (grondvorm ibr) „overzijde”. (Evenzoo is de p e r s o o n snaam „Kanaän”, Gen. 10, 6 en 15-19, afgeleid uit „Kanaäniet” (kina’n-î), en dit komt van den l a n d snaam „Kanaän” (kina'n). Zoo is ook de epónymus Hellen afgeleid uit zijn nakomelingen, de Hellenen; Ion uit de loniërs, enz. De naam „Hebreër” beteekent dus „man van de overzijde” — hetzij de overkant van den Eufraat of die van den Jordaan.