Drijfriem - Band zonder eind, waardoor de draaiende beweging van een as op een andere as wordt overgebracht. Op elk der assen wordt daartoe een riemschijf geplaatst, waaromheen de drijfriem strak wordt omgelegd. De plaatsing der riemschijven moet zoodanig zijn, dat elk part van den riem in het vlak van de oploopende riemschijf ligt. Zijn de beide assen evenwijdig en liggen de beide riemschijven in het zelfde vlak, dan hebben de assen gelijke draairichting bij open riem, daarentegen tegengestelde draairichting bij gekruiste riem.
Kruisen de assen elkaar en staan de middenvlakken der riemschijven loodrecht op elkaar, dan is de riem half gekruist. Bij deze drie soorten van riem overbrenging behoeft de riem niet geleid te worden, terwijl als de assen elkaar, snijden nog twee leidschijven noodig zijn om het afloopen van de riem van de riemschijven te voorkomen. D. worden o. a. vervanrdigd van leder, caoutchouc, balata, kameelhaar en katoen.