Doppers - leden der Christelijk Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika, gewoonlijk Dopperkerk genoemd. De oorsprong van het woord „dopper” staat niet vast. Er zijn er, die het afleiden van dop of demper, waarmee men een kaars uitdooft. „Doppers” zouden dan lieden zijn, die alle verlichte denkbeelden verstikken en allen vooruitgang tegenstaan. Het waren lieden, die hun eigenaardigheden en bekrompenheden hadden, tegen nieuwigheden waren, zooals tegen het zingen van gezangen, terwijl zij, gelijk hunne vaderen, alleen psalmen wilden zingen, de kleederdracht der voorouders behielden, oude schrijvers op godsdienstig gebied lazen. — De stichter der dusgenaamde Dopperkerk was Ds.
D. Postma te Rustenburg in Transvaal. Hij was vroeger afgescheiden predikant geweest te Zwolle en in 1858 naar Transvaal gezonden, volgens besluit der in 1857 te Leiden gehouden Synode der Chr. Geref. Kerk in Nederland, om onder de Transvaalsche Kaffers „als missionair Dienaar des Woords”, als zendeling dus, werkzaam te zijn. Toen hij 10 Nov. te Rustenburg, het brandpunt der Dopperpartij, kwam, liet hij zich daar bij de Hervormde gemeente, die deel van de Staatskerk uitmaakte, tot predikant beroepen, vooral door den invloed van den lateren staatspresident Paul Kruger. Al spoedig vereenigde hij zich nu met een groep van 15 personen, waaronder ook Kruger en verscheidene kerkeraadsleden en oudkerkeraadsleden, tot eene zelfstandige kerk en 11 Jan. 1859 maakten zij de Acte van Afscheiding op, die den volgenden dag bij de vergadering der Ned. Herv. kerk van Transvaal werd ingediend. Zoo ontstond de Vrije Gereformeerde kerk, in Zuid-Afrika algemeen bekend onder den naam van Dopperkerk.
Deze kerk onderwierp zich in leer, tucht en dienst geheel aan de besluiten van de Synode van Dordrecht van 1618 en 1619. De Evangelische gezangen, die ook in Zuid-Afrika gebruikt werden bij de godsdienstoefeningen, gelijk bij de Hervormde kerk in het moederland, werden in deze nieuw gestichte afgescheiden kerk niet toegelaten, terwijl alleen de psalmen er werden gezongen. De leden dezer kerk, die dus gebroken hadden met de Staatskerk, hadden geen stemrecht; eerst later werden ook zij, tegelijk met anderen, die tot andere Protestantsche kerken behoorden, even als de leden der Staatskerk, door den Volksraad stemgerechtigd verklaard. Toen na den oorlog van 1881 een vereeniging tot stand kwam tusschen de Hervormde en de Nederduitsche Gereform. kerken in Transvaal, weigerde de z. g. Dopperkerk zich bij die vereeniging aan te sluiten. In den loop der jaren heeft deze kerk zich ook buiten Transvaal sterk uitgebreid, maar zij is haar beginselen in alles getrouw gebleven. Zij telt thans in Transvaal 29 gemeenten met 18923 zielen en 8062 lidmaten, in Oranje-Vrijstaat 15 gemeenten met 6260 zielen en 3270 lidmaten, in Kaapprovincie 16 gemeenten met 10159 zielen en 5017 lidmaten, en in Britsch O.-Afrika 1 gemeente met 121 zielen en 65 lidmaten.