Dipsacus, - Kaardebol, plantengeslacht der Dipsacaceeën met 12 soorten in Europa en 0.Indië. Het zijn hooge kruiden met rechtopstaanden stekeligen stengel en tegenoverstaande bladeren en een hoofdje van bloemen. De bloembodem is met stekelige strooschubben bezet. In Nederland komen 4 soorten voor, n.l. de zeldzame D. pilosus met gele bloemen en niet met elkaar vergroeide bladeren.
De andere drie soorten hebben lila of witte bloemen. De tegenoverstaande bladeren zijn met den voet vergroeid en vormen daar een beker, waarin men zelfs na langdurige droogte nog water vindt. Dit is regenwater, waarvan de verdamping door een slijmachtige afscheiding van klieren op den bodem van den beker wordt bemoeilijkt. D. fullonum, en Weverskaarde, wordt bij ons gekweekt, D. silvester komt vrij vaak wild voor, D. laciniatus met veerspletige bladeren zeer zeldzaam.
