Didache - (Gr.), leer, bepaaldelijk de leer der 12 apostelen, gewoonlijk gerekend bij de Apostolische vaderen, werd eerst in 1883 door Bryennios ontdekt en uitgegeven, hoewel reeds eerder fragmenten bekend waren. De eerste helft, hst. 1—6, geeft in den vorm van „de twee wegen” een leiddraad voor den Christelijken wandel; op dit zedelijke stuk volgt hst. 7—15 een reeks van meer liturgische voorschriften: doop, vasten, gebed, avondmaal, gemeenteinrichting. Het stuk is zeer merkwaardig voor de gebruiken van het oude Christendom. Van de apostelen zelf is het niet.
Het moet uit den tijd van 80—150 zijn. Indien men het afhankelijk verklaart van Barnabas, zal het na dezen brief moeten vallen. Doch het is er niet van afhankelijk. Vgl. A. v. Veldhuizen, De Brief van Barnabas, 1901, bl. 36 v. De oude tinten in de D. maken waarschijnlijk, dat zij nog tot de eerste eeuw behoort. Vgl. J. J. Prins, Didache, 1884 (Gr. uitgave). Ned. vert. bij G. A. v. d. Bergh v. Eysinga, De Apostolische Vaders (I), 1916, die dit als zoo vele andere oud-Chr. geschriften naar de tweede eeuw wil doen verhuizen.