Dargomijsjky (Alexander), geb. 1813 in het gouvernement Tula, overl. 1869 te Petersburg. D. toonde, nog zeer jong, groote talenten als componist en pianist. Hij sloot eene innige vriendschap met Glinka en koos — voornamelijk op diens raad — de muziek tot vak.
Van zijne opera’s sluit de eerste, Esmaralda, zich geheel aan bij de toen (1839) gevolgde richting (Auber, Rossini); de volgende, Russalka (de Nimf), in 1855 geschreven, houdt zich meer aan de beginselen van Wagner, die hij steeds consequenter toepaste, waardoor zijne muziek een overdreven volgehouden, sterk declamatorisch karakter verkreeg. Eene nagelaten opera, Kamennoi gast (de Steenen gast), waarvoor D. de Don Juan van Puschkin tot tekst koos, is door Rimsky Korsakow en Cui geïnstrumenteerd, en werd in 1872 opgevoerd. D. schreef ook liederen, koren en eenige orkeststukken.