Daling van het land ten opzichte van de zee is een verschijnsel, dat tijdens de geschiedenis der aarde zich onophoudelijk heeft voorgedaan, nu op dit, dan op dat gedeelte. Zij blijkt uit het aantreffen van overblijfselen van organismen op een lager niveau dan met de levensvoorwaarden overeenkomt, bijv. van diep gelegen veenlagen, of van koraalriffen op meer dan 60 M. beneden den zeespiegel, en uit de voortzetting van rivierdalen onder water over den bodem van de zee; afslag van kusten en het overstroomen van bouwwerken door de zee worden door d. van het land zeer bevorderd, maar zijn geen zekere bewijzen daarvoor, omdat ook verandering der zeestroomen afslag kan doen ontstaan en bouwwerken op slappen ondergrond door hun zwaarte kunnen wegzinken; het ontbreken van delta’s kan, maar behoeft niet. door een d. van de kust veroorzaakt te zijn. Groote deelen van de aarde kunnen tegelijkertijd aan een d. onderworpen zijn: continentale of seculaire d. Als de natuur aan zichzelf overgelaten is, heeft d. van de kust indringing van de zee ten gevolge; men spreekt dan van een marine transgressie.
Daar slechts de betrekkelijke ligging van de landoppervlakte en den zeespiegel vergeleken kan worden, verdient het de voorkeur om met Suess te spreken van positieve niveauveandering, omdat daarbij in het midden gelaten wordt of de betrekkelijk diepere ligging van het land veroorzaakt is door een d. daarvan dan wel door een stijging van den zeespiegel. Het is zeker, dat ons land in jong-diluvialen tijd gedaald is; of deze d. tot op den huidigen dag heeft aangehouden en zich ook thans nog voortzet, is een open vraag, welke echter door het meerendeel der onderzoekers bevestigend beantwoord wordt.