Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dalai lâma

betekenis & definitie

Dalai lâma - Agemeene titel van den hoogepriester van alle Boeddhisten, welke aanhangers zijn van het Lâmaïsme, die in hem de incarnatie van den als god vereerden Bodhisattwa Awalokita zien. Sedert het midden der 17de eeuw is de D. tevens de wereldlijke beheerscher van Tibet, welks hoofdstad, Lhassa, zijn zetel is. Volgens ’t geloof der Lamaïsten wordt de D. bij het sterven dadelijk herboren als kind; daarom heeft er bij den dood van een D. onder de Tibetaansche pasgeborenen een algemeen zoeken naar de nieuwe vleeschwording van den D. plaats. De Chineesche regeering draagt, om haar invloed op den D. en in Tibet niet te verliezen, angstvallig zorg, dat alleen een kind uit een Chineesch gezinde familie als nieuwe D. wordt erkend; de grofste misleiding der geloovigen komt daarbij voor.

Als heerscher is de D. slechts een stroopop; in werkelijkheid wordt het land bestuurd door Chineesche mandarijnen. Deze overheerschende invloed van de Chineezen op den D. dateert reeds van de 18e eeuw. De D. geldt niet als de volstrekt eenige incarnatie van een hooger wezen, maar het wordt voor mogelijk gehouden, dat er tegelijkertijd meer dusdanige incarnaties bestaan; dikwijls heerscht nevens den D. een tweede, die ongeveer denzelfden invloed uitoefent, als bijv. de Tashi Lama of Bogdo Lama. — Litteratuur: Waddell, Lhasa and its mysteries (Lond. 1905); Speyer, Het Lamaïsme van Tibet (Gids 1911, no. 9).

< >