Cuneo of coni - 1) prov. van Italië, het deel van het landschap Piemont, 7430 K.M2. groot; 654.500 inw. De vlakte is goed bebouwd en levert tarwe, vlas, hennep, ooft, kastanjes, noten en moerbeien; in het gebergte is mijnbouw (zilverhoudend looderts, ijzer, marmer, graniet); industrie van zijde, laken, linnen, fayence, glas en leer;
2) hoofdplaats der gelijkn. prov. aan de samenvloeiing der Stura en der Gesso, aan den voet der Alpen en aan de samenkomst der wegen over den Col di Tenda en den Col d’Argentière (of Maddalena). Over den C. di Tenda gaat een spoorweg; tevens gaan twee lijnen naar Turijn. De stad heeft 28.000 inw.; industrie van zijde, wol en papier en handel in de landbouw-producten uit de omgeving.
C. kwam in 1382 in bezit van de graven van Savoye, was vroeger een belangrijke vesting en speelde een rol in de oorlogen der 18e eeuw.