Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Constantinopel

betekenis & definitie

Constantinopel - Hoofdstad van het Turksche Rijk, 1.200.000 inw., aan den Bosporus. Hier ontmoeten verschillende belangrijke wereldwegen elkander; de zeeweg, tusschen Zwarte en Middellandsche Zee, die Zuid-Rusland met de verdere wereld verbindt, wordt hier gekruist door den z.g. Grooten Orientweg, tusschen Westen MiddenEuropaen C., Klein-Azië en Syrië. Een andere, in de oudheid hoogst belangrijke, nu gedeeltelijk verlaten weg is de Via Egnatia, die Italië via Dyrrhachium (Durazzo) en Saloniki met C. verbond; verder gaat een oude weg van G. via Angora naar Armenië. Voor een groot gedeelte zijn deze wegen nu spoorwegen: de Groote Orientweg zoo goed als geheel, de Via Egnatia van af Monastir; ook Angora is via Eski-sjehr door een spoorweg met C.’s Aziatische voorstad Skoetari verbonden.

Daarenboven heeft C. een uitstekende haven in den Gouden Hoorn, een smallen 7. K.M. diep landwaarts indringenden, 45 M. diepen zeearm, die dwars door de Europeesche stad gaat. Als middelpunt van de b.g. verkeerswegen heeft C. sedert de oudheid een beheerschende positie ingenomen. Het kan daarenboven uitstekend verdedigd worden: van zee uit zijn Bosporus en Dardanellen zoo goed als ondoordringbaar voor een vijandelijke macht; aan de landzijde is de stad beschermd door de fortenlinie van Tsjataldsja en door een tweede fortenreeks dichterbij. — Het eigenlijke C. (Turksch: Istamboel of Stamboel) ligt op het schiereiland tusschen Gouden Hoorn, Bosporus en Zee van Marmora. Aan de landzijde is het afgesloten door een driedubbelen, gedeeltelijk nog Oud-Byzantijnschen vestingmuur, waardoor 26 poorten toegang verkenen. Van zee uit maakt de huizenzee van C., die terrasvormig de hellingen van den Bosporus bedekt, met haar moskee-koepels, haar vele torens en tuinen, een overweldigend schoonen indruk. Het binnengedeelte van Stamboel is echter een onfrissche, oostersche reuzenstad, met kromme, nauwe, gebrekkig geplaveide en smerige straten. Slechts weinige huizen zijn van steen, de meeste zijn van hout en leem en voor een groot deel vervallen. Groote branden komen zeer dikwijls voor. — Het architectonisch belangrijkste gedeelte, tevens de plaats waar het oude Byzantium lag, is het Oostelijke uiteinde van het Stamboel-schiereiland.

Hier liggen op een heuvel het oude Serail (keizerlijk paleis), het gebouw der Hooge Porte (regeeringspaleis) en de oude, beroemde kathedraal Aja Sophia: een geweldige Byzantijnsche koepelbouw door keizer Justinianus tusschen 532 en 537 gebouwd. Hij is nu de hoofdmoskee van C. en ligt bij het oude hippodroom, nu een ruim plein, versierd met de Obelisk van den Pharao Thoetmosis III, die Theodosius de Groote naar hier liet overbrengen, en de z. g. Slangenzuil, een wij-offer, indertijd na den slag bij Plataeae in Delphi opgericht. De overige moskeeën, b. v. de Soliman-, Achmeden Valide-moskeeën zijn alle naar het model der Aja Sophia gebouwd. Tusschen de Soliman-moskee, die meer binnen in de stad ligt, en het beschreven stadsgedeelte, vindt men de Groote-Bazaar, de winkelwijk: een door muren omgeven stad op zich zelf, met een wirwar van overwelfde straten, stegen en sloppen, vol winkels, waar allerlei soort waren, tot de rijkste oostersche schatten toe, te koop aangeboden worden. Behalve uit Stamboel, bestaat C. uit talrijke voorsteden. Buiten den vestingmuur, maar aan den zelfden oever van den Gouden Hoorn, ligt Ejoeb, waar het graf van den gelijknamigen heilige, den vaandeldrager van den Propheet, gevonden wordt, naast talrijke andere graven van heiligen, sultans en voorname familiën. In de Ejoeb-moskee wordt den sultan bij zijn troonsbestijging het zwaard van Osman omgegespt.Aan den overkant van den Gouden Hoorn liggen de voorsteden Pera en Galata. Pera heeft het meest van alle deelen van C. het karakter van een Europeesche stad: de straten zijn rechter en beter geplaveid, de huizen hooger en beter ingericht.

Hier vindt men ook de paleizen der verschillende gezantschappen en de voornaamste hotels. Dit stadsgedeelte ligt op een plateau; tegen de steile afhelling daarvan naar den Gouden Hoorn ligt Galata, de drukke handelswijk, door de Genueezen in den Byzantijnschen tijd gesticht. Men vindt hier talrijke „Khans”, die nu echter grootendeels voor pakhuizen en beurzen gebruikt worden. Boven Galata staat een oude, Byzantijnsche vuurtoren. Twee schipbruggen verbinden G. met Stamboel. Aan de oevers van den Bosporus volgen dan nog Tophané, met een indrukwekkend artillerie-arsenaal, Funduklu, Kabatasj en Besik-tasj. Tusschen de beide laatste ligt het groote, 835 M. breede, in Arabischen stijl gebouwde keizerlijk paleis Dolmabagtsjé. Ook verderop liggen aan den Bosporus nog een aaneengesloten reeks van plaatsen, waarvan in Therapia en Boejoekdere de zomerverblijven der Europeesche diplomaten liggen.

De Aziatische voorsteden van C., Skoetari, Haidar-pasja, Kadi-keui, d. i. het oude Chalcedon, hebben nog een echt oostersch voorkomen en karakter. Bij Skoetari ligt de groote Mohammedaansche begraafplaats met haar beroemden cypressentuin. Haidarpasja is het beginpunt van den Bagdadspoorweg en dien naar Angora. — Vooral het nieuwe museum van oudheden is rijk aan kunstschatten, o. a. de beroemde Alexander-sarkophaag. Er zijn 379 moskeeën, een in 1900 gestichte universiteit, een kunstacademie, een Grieksche Hooge nationale school, een Grieksch seminarie, talrijke medressen (Moh. kerkelijke scholen), enz. ’t Is de zetel van den Sjeik-oel-Islam, van den oecumeenschen patriarch der Grieksch-orthodoxsche kerk, van twee Armenische patriarchen (een Armenischen een Roomsch-Katholieke), enz. — De bevolking is zeer bont: 43% zijn Mohammedanen van verschillende volksstammen, 17 % Grieken, 17 % Armeniërs, 5 % Joden, 16 % vreemden, waarvan ook weer het meerendeel Grieken. — C. is een der belangrijkste wereldhavens. In 1912 werd het bezocht door 18.318 schepen met 15.080.562 ton.

Hiervan was 5.674.494 ton Engelsch, 2.474.029 Grieksch, 1.709.213 Oostenrijksch, 1.362.932 Russisch, 906.329 Turksch, 716.361 Duitsch, 604.062 Fransch. — Het oude Byzantion zou in 658 v. Chr. door Byzas, tyran van Megara, gesticht zijn en werd in 330 n. Chr. door Constantijn den Groote tot hoofd- en residentiestad van het Romeinsche Rijk verheven en naar hem Constantinopolis genaamd. Naar het voorbeeld van ’t oude Rome liet Constantijn haar op 7 heuvelen bouwen, in 14 regiones verdeelen en met hooge muren van 2 uren gaans in omtrek versterken. Later was het de hoofdstad van het Oost-Romeinsche of Byzantijnsche Rijk. In 1204 werd het door de Kruisvaarders ingenomen en residentie van het Latijnsche Rijk tot dit weer in 1261 voor het Byzantijnsche Rijk der Palaeologen plaats maakte. De stad bleef een brandpunt van oostersch-christelijke kuituur, tot dat zij in 1453 door de Turken werd ingenomen.