Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Conditioneele onsterfelijkheid

betekenis & definitie

Conditioneele onsterfelijkheid, voorwaardelijke onsterfelijkheid, in zooverre deze gebonden is aan het geloof en de zaligheid. Volgens deze opvatting worden de ongeloovigen ten slotte vernietigd, geannihileerd; zie ANNIHILATIE. Deze leer schijnt in de H.S. geen steun te vinden. De uitdrukkingen „eeuwige dood” e. d. evenals „eeuwig leven” slaan op den moreelen toestand van den mensch, niet op zijn physisch of natuurlijk bestaan. — Ook de Kerk heeft haar nooit aanvaard.

Faustus Socinus, overl. 1604, en Hobbers, overl. 1679, leerden haar. In de 19e eeuw is zij bepleit door den Eng. predikant E. White, wiens boek „Life in Christ” (1846) naam heeft gemaakt en die in 1878 de „Conditional immortality Association” stichtte. De theorie vond steun o. a. in Duitschland bij Rich. Rothe, ten onzent bij Dr. A. J. Th.

Jonker. („De leer der cond. onsterfelijkheid". Theol. Stud. I)

< >