Comitia heetten de Rom. volksvergaderingen. De oudste waren de C. Curiata naar de verdeeling van het volk in 30 curiae. In den tijd van Cicero hadden deze alle beteekenis verloren. De C. centuriata berustten op de verdeeling van het volk in 193 centuriae en waren tot het einde der Republiek de voornaamste, voorzooverre daarin de hoogere ambtenaren gekozen werden, maar zij verloren hun gewicht in de wetgeving en de beslissing over oorlog, vrede en verdragen, daar zij in dit opzicht van den Senaat afhankelijk waren.
Zij werden op den Campus Martius gehouden onder leiding van de hoogere ambtenaren. De C. tributa berustten op de verdeeling van het volk in 35 tribus en waren voortgekomen uit de Concilia plebis d. w. z. de vergaderingen van de plebs, niet door een magistraat van ’t geheele volk bijeengeroepen. Zij hebben eerst langzamerhand rechtsgeldigheid voor ’t gansche volk verkregen, werden in Cicero’s tijd door hoogere magistraatspersonen bijeengeroepen en geleid, en moesten over wetsvoorstellen stemmen en de lagere ambtenaren benoemen.
