Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Combéfis

betekenis & definitie

Combéfis (François), Dominicaan, patristicus, geb. 1605 te Marmande aan de Garonne, gest. 1679 te Parijs ; leeraar in philosofie en theologie aan verscheiden scholen van zijn orde, sinds 1640 te Parijs. Hier trok hij zich van het leerambt terug en wijdde zich uitsluitend aan de studie van de Oostersche geschiedenis en de Grieksch-patristische litteratuur en het uitgeven van geschriften van Vaders. Zijn werken, te Parijs verschenen: Grieksch-Latijnsche uitgave van de geschriften van Amphilochius van Iconië, Methodius van Patara en Andreas van Greta (1664); Graeco-latinae Patrum Bibliothecae novum Auctarium (1648); Historia haeresis Monothelitarum (1648); Bibliotheca Patrum concionatoria (1662); Bibliothecae Graecorum Patrum Auctarium novissimum (1672); S. Maximi confessoris opera (1675); Basilius magnus ex integro recensitus (1679); Historiae Byzantinae scriptores post Theophanem (1685, uitgegeven door Ch. du Fresne).

< >