Cola, plantengeslacht der Sterculiaceeën met 50 soorten in trop.-Afrika, boomen met eenslachtige bloemen en groote vruchten met boonvormige zaden. Deze bevatten alkaloiden, coffeïne, theobromine en een looistofachtig lichaam: colatine. Wegens de opwekkende eigenschappen van de alkaloïden zijn de Kolanoten bij de Afrikaansche volken in gebruik, om het gevoel van vermoeienis en honger te onderdrukken.
Ook in Europa vinden ze als zoodanig meer en meer aftrek. In de Nederlandsche Pharmacopee zijn de Semen Cola als geneesmiddel opgenomen. Men gebruikt de kiem of de zaadlobben van de kiem van C. vera en van C. acuminata.