Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Honger

betekenis & definitie

Honger - Fames, de gewaarwording welke mensch en dier de behoefte aan nieuwen toevoer van vaste stoffen kenbaar maakt. Het hongergevoel als bloote eetlust treedt normaal in tegen den gewonen etenstijd en bestaat in een gevoel van leegte in de maag, welk gevoel waarschijnlijk door prikkels op sensibele zenuwen, in het bijzonder op de nervus vagus (zie HERSENZENUWEN), wordt teweeggebracht. Wordt de eetlust niet bevredigd, dan verdwijnt ze weldra weer, om tegen den volgenden etenstijd in sterker mate terug te keeren. Bij langer durend voedselgemis neemt de eetlust meer en meer het karakter van den eigelijken honger aan, en bij het leeg gevoel in de maag en in het overig spijsverteringstoestel komen onbestemde gewaarwordingen van weeheid en een algemeen zich onbehagelijk voelen.

De sterkte van het hongergevoel is individueel zeer verschillend; bij den eenen mensch veroorzaakt het slechts een korten toestand van lichte onbehagelijkheid, bij anderen gaat het gepaard met heftige maag- en hoofdpijnen, bij sommigen heeft het zelfs zware psychische stoornissen, delirium, tengevolge. Zulke menschen bezwijken spoedig (sterven den hongerdood), terwijl bij de anderen het hongergevoel allengs volkomen verdwijnt, om plaats te maken voor een gevoel van groote zwakte en krachteloosheid; ten slotte treden bezwijmingen en langdurige bewusteloosheid op, en het leven vliedt bijna onmerkbaar heen. — De tijd, dien de mensch of een dier zonder voedsel leven kan, is zeer verschillend en hangt bij de soorten nog grootendeels af van het individueele weerstandsvermogen. Koudbloedige dieren kunnen veel langer zonder eten dan warmbloedige; watersalamanders en schildpadden bijv. kunnen jarenlang alle voedsel ontberen, terwijl vogels slechts 5—28 dagen, honden 25—86 dagen zonder spijs en drank kunnen leven. Gezonde menschen kunnen het 7—14 dagen zonder eten uithouden. Bij alle organische wezens heeft het verhongeren een langzamer beloop en is veel minder smartelijk dan het verdorsten (zie DORST) en overvloedig drinken kan het vanhonger-omkomen aanzienlijk vertragen.

Gaan daarentegen volstrekt gemis aan toevoer van vaste en vloeibare stoffen, alzoo honger en dorst, samen, dan bezwijken mensch en dier veel spoediger dan boven is opgegeven. Een bijzondere vorm van den honger is de geeuwhonger (Bulimia), waarbij de honger met hevige maagpijn en gevoel van uitputting gepaard gaat. Deze vorm treedt bij chronische maag- en darmcatarrhen op als een zenuwziekte der maag (maagneurose), ook wel bij aanwezigheid van lintwormen; zij is echter ook wel een verschijnsel bij zenuwziekten en komt als zoodanig vooral voor bij hysterische personen, bij zwangerschap en bij een abnormaal gemoedsleven. Nog een andere vorm is de wolfshonger (fames lupina), of parorexie, die den lijder bij voorkeur naar oneetbare dingen doet grijpen.