Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Celstraf

betekenis & definitie

Celstraf - gevangenisstraf, in afzondering te ondergaan, in een vertrek, cel genoemd. De c. werd hier te lande ingevoerd bij de wet van 28 Juni 1861, Stb. 68, echter slechts op beperkte schaal. Bij de wet van 29 Juni 1854, Sib. 102, werd de maximumduur van 6 maanden op een jaar gebracht, bij die van 24 Juli 1871, Stb. 89, op twee jaar. Sinds de invoering van ons tegenw.

Wetb. v. Strafrecht (1 Sept. 1886) geldt het volgend stelsel: Gevangenisstraf van 5 jaren of minder wordt geheel, gevangenisstraf van langeren duur gedurende de eerste 5 jaren in afzondering ondergaan. In geval van veroordeeling tot gevangenisstraf van langeren duur dan van 5 jaren, kan het hoofd van het Depart. van Justitie, op verzoek van den veroordeelde, hem vergunnen, zijn verderen straftijd geheel of ten deele in afzondering door te brengen (art. 11 Sr.). De afzonderlijke opsluiting wordt niet toegepast: 1) op hen, die den leeftijd van 14 jaren nog niet hebben bereikt; 2) op gevangenen boven den leeftijd van 60 jaren, tenzij op eigen verzoek; 3) op gevangenen, die daarvoor na geneeskundig onderzoek ongeschikt blijken te zijn (art. 12 Str.). Hechtenis wordt slechts op eigen verzoek in afzondering ondergaan (art. 19 Str). — Het stelsel der c. of cell. gevangenisstraf (het zgn. Pennsylvanische stelsel), wordt vooral op de volgende gronden aangeprezen: 1) het voorkomt complotten onder de gevangenen; 2) het voorkomt, dat de gevangene door den omgang met andere misdadigers nog slechter wordt; 3) het ondergaan der straf wordt minder algemeen bekend, hetgeen aan den gevangene bij zijn ontslag ten goede kan komen bij het vinden van werk. — Van den anderen kant wordt aangevoerd, dat het stelsel, zoo al niet tot krankzinnigheid, door de eenzaamheid licht tot zenuwziekte leidt. De gevangene wordt door zijne afzondering ook minder geschikt voor de samenleving, waarin hij toch weer moet terugkeeren. In elk geval wordt door velen geoordeeld, dat bij ons strafstelsel niet voldoende met de persoonlijke eigenschappen der gevangenen kan worden rekening gehouden.