Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Calomel

betekenis & definitie

Calomel - kwikchloruur, Hg2 Cl2, komt in de natuur voor als dunne witte overkorsting van spleetwanden, bij uitzondering ook in goede tetragonale kristallen; verweeringsproduct van cinnaber; wordt verkregen door sublimaat met kwik of mercurisulfaat, zout en kwik samen te sublimeeren en het product door spoelen met alkohol van onveranderd sublimaat te bevrijden. Ook ontstaat het bij het samentreffen van mercuromet chloorionen. Het is een wit poeder, dat in water practisch onoplosbaar is. Door zijn geringe oplosbaarheid is de kwikwerking automatisch begrensd en het gevaar voor vergiftiging klein, zoolang niet door andere oorzaken het kwik in een oplosbaren vorm wordt overgebracht.

Het is dan ook een veel gebruikt geneesmiddel: uitwendig als strooipoeder b. v. bij sommige orgaanaandoeningen, inwendig als purgans (bij darmstoornissen) en als diureticum. Het gevaar voor een oplossende werking van het maagsap wordt door toevoeging van natrium bicarbonaat bezworen en daardoor worden vergiftigingsverschijnselen, die vroeger nogal vaak voorkwamen, zeldzaam. Vooral in de kinderpraktijk pleegt men calomel als antisepticum* voor den darm, waar abnormale gistingsprocessen te bestrijden zijn, aan te wenden.

< >