Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 26-01-2019

C

betekenis & definitie

C - de derde letter van ons (Latijnsche) alphabet, de gebogen vorm van de Grieksche gamma.

Eerst had zij bij de Romeinen ook den klank der gamma, doch later (vóór 450 v. C.)

van de k, welk letterteeken zij toen allengs verdrongen heeft. Toen de noodzakelijkheid zich deed gevoelen om die beide klanken te onderscheiden, keerden de Romeinen niet terug tot het gebruik van K voor den k-klank en van C voor den g-klank, doch zij namen een nieuw teeken voor den g-klank aan door een streepje aan de C toe te voegen, vanwaar de oorsprong der Romeinsche G. In echt Nederlandsche woorden komt de c alléén voor in verbinding met de h.

Als Rom. cijfer beteekent C = 100, Centum.

Afkortingen, waarin dit letterteeken voorkomt, zijn verder:

C. — Gaius (oud-Rom. vóórnaam), omgekeerd = Gaia (de vrouwelijke vorm), en in Rom. opschriften voor vele woorden, wier beginletter zij is.
C. of ct. — cent, centime, centesimo.
c. A. — centiare, een vierkante meter.

cand. — candidatus, candidaat; eet. — cetera, enzoovoort;

c.f. — confer of conferatur (Lat.), vergelijk;
C. I. — civiel ingenieur;
c. G. — centigram, 0,01 Gram; c.M. — centimeter, 0,01 Meter.
c.q. — casu quo, in welk geval, eventueel;
c.s. — cum suis (Lat.), met de zijnen.