Buiten-vervolging-stelling - moet in eene strafgeding door den rechter worden uitgesproken, indien ter zake van het feit geen recht tot strafvervolging aanwezig is (artt. 83, 127 Sv.) of indien, na gehouden instructie, deze geene voldoende aanwijzing van schuld tot verdere vervolging heeft opgeleverd (art. 127 Sv.). Zij kan ook reeds zonder instructie worden uitgesproken, indien geene voldoende aanwijzing bestaat omtr. den aard van het feit of dat dit gepleegd is of van de schuld van den verdachte; in dit geval kan de rechter ook voortzetting van het voorloop, onderzoek bevelen (art. 84 Sv.). Omtr. de buiten verv. st. van minderjarigen zie ook het 6e lid van art. 127 Sv. — Niemand kan, buiten vervolging zijnde gesteld, ter zake van hetzelfde feit, in rechte worden betrokken, tenzij nieuwe bezwaren zijn bekend geworden (art. 136 Sv.).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
