Buffon - (George Louis Leclerc, comte de), geb. 1707 te Montbard in Bourgogne, overl. 1788 te Parijs, beroemd natuuronderzoeker, werd in 1737 „Intendant du Jardin Royal des Plantes” te Parijs. B. schreef vele wetenschappel. werken en was een der eersten, die een systeem van de dieren en planten ontwierp; staat echter in dit opzicht bij Linneaus ten achteren. In tegenstelling met dezen laatsten, die bij het classificeeren van planten en dieren de morphologie op den voorgrond stelde, ging B. minder methodisch te werk; hij legde meer den nadruk op de schildering van de levensgewoonten en eigenaardigheden der dieren. Zijn dierschilderingen hebben hem tot een eersten prozaschrijver gestempeld en zijn onovertroffen.
Tegenover de zoölog. wetenschap heeft B. zich uitermate verdienstelijk gemaakt door populariseeren in volmaakten vorm; zijn Histoire naturelle (1749) was door geheel Europa beroemd. Naast dit werk zijn vooral te noemen: Époque de la nature (1778) en Histoire naturelle générale et particulière, 36 deelen (1749—1788). B. werd in 1753 lid van de Fr. Academie en sprak bij die gelegenheid een beroemd geworden rede over den stijl (Discours sur le style) uit, waarin een, bijna altijd onnauwkeurig aangehaalde en verkeerd uitgelegde, zinsnede voorkomt. De aanhaling luidt meestal kortweg: „le style c’est l’homme”. Zóó heeft B. zich evenwel niet uitgedrukt. Na betoogd te hebben, dat nóch de hoeveelheid kennis, nóch de bijzondere waarde der vermelde feiten, nóch het nieuwe van een ontdekking den schrijver de onsterfelijkheid waarborgen, daar dit alles immers door anderen overgenomen en soms door bekwamer schrijvers beter in het licht kan gesteld worden — „Ces choses sont hors de l’homme” —, zegt hij verder: „le style est de l’homme même”, waarmee B. niet wil te kennen geven, dat het karakter, het temperament, de persoonlijkheid van den schrijver overal in zijn stijl worden teruggevonden, maar wel, dat de stijl het onvervreemdbaar eigendom van den schrijver is en dat hij door dezen, als zijn ideeën reeds lang gemeengoed zijn geworden, bij het nageslacht zal kunnen voortleven.