Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bruto

betekenis & definitie

Bruto - zonder aftrek van onkosten, emballage of iets dergelijks, zulks in tegenstelling met „netto”, hoeveelheid of bedrag, waarbij een en ander reeds is afgetrokken. Men spreekt in het bijzonder van: a)

B.-begrooting, begrooting, waarop alle inkomsten en uitgaven voorkomen. Daarbij zijn dus nimmer inkomsten en uitgaven reeds met elkaar verrekend, zoodat slechts het saldo op de begrooting voorkomt. Dit laatste geschiedt dikwijls ten opzichte van staats- of gemeentebedrijven, ook wel met belastingen, waarvan men dan de inningskosten aftrekt en de netto-opbrengst op de begrooting opneemt. — b) B.-gewicht, gewicht van goederen met de emballage. Het verschil tusschen bruto- en nettogewicht noemt men „tarra”, d. i. het gewicht der emballage. — c) B.-opbrengst of winst, opbr. of winst zonder aftrek van onkosten. — d) B.-vracht, vracht zonder aftrek van de kosten der reis. Zij kan voorwerp zijn van verzekering (artt. 616, 617, 623 K.).