Bruining (Dr. A.) - geb. 1846, predikant in de Ned. Herv. Kerk 1871—1900, hoogl. in de godgeleerdh. aan de Gem.
Univ. te Amsterdam 1900. Leerling van Dr. J. H. Scholten en vertegenw. van de z.g. intellectualistische richting der moderne theologie — tegenover de z.g. ethische richting o.a.
van I. J. de Bussy — die het verband tusschen godsdienstig geloof en wereldbeschouwing of metaphysica aanneemt. Intusschen onderscheidt hij zich van Scholten door niet aan een bepaalde (Geref.) dogmatiek zich aan te sluiten, en door niet van een algemeen principe uit te gaan, maar zijn stellingen of stelsel op ervaring te doen rusten. Zie art. in Teyler’s Theol. Tijdschr. 1903: Over de methode van onze dogmatiek, en 1904: Pantheïsme of theïsme.