Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bordeaux (plaats)

betekenis & definitie

Bordeaux (plaats) - Bordeaux, hoofdpl. van het depart. Gironde; 262.000 inw.; vierde stad van Frankrijk, belangr. haven, ligt aan het begin van den Gironde genoemden trechtermond der Garonne, daar waar zee- en rivierscheepvaart elkander ontmoeten, en waar de oude weg, nu spoorweg, die van Parijs door de Poort van Poitou en den pas van Irun, ten W. van de Pyreneeën, naar Spanje gaat, de Garonne passeert. Behalve deze, gaan nog 6 spoorlijnen van B. uit, o. a. de weg via Toulouse naar Provence. Door het Canal du Midi staat het in verbinding met de Middell.

Zee. Het heeft een ruime haven, die door schepen van 2500 ton zonder bezwaar, door grootere alleen bij vloed kan bereikt worden; de scheepvaartbeweging bedroeg in 1912 1456 schepen met een inhoud van 1.624.558 ton. B. ligt halvemaanvormig gebouwd aan den linkeroever van de rivier en is door een lange brug verbonden met het aan den overkant gelegen Bastide. De oude stad heeft nog, met haar bochtige straten en oude huizen, een ouderwetsch, somber voorkomen, dat echter meer en meer verdwijnt; daarentegen zijn de nieuwere wijken en voorsteden (Le Pavé, de Quai des Chartrons, de Quai de Bacalan, enz.), ruim en rijk gebouwd. Centrum van dit gedeelte is de Place des Quinconces en de Rue du Chapeau Rouge; verder de Jardin Public, de Place Dauphine, het Beursplein en de Allée de Tournay, Belangr. gebouwen zijn o. a. de Gothische kathedraal, met haar afzonderl. staanden klokketoren, de Pey Berland, het oude bisschoppel. paleis, nu stadhuis, de beurs, het Grand-Théâtre, enz. B. is zetel van een aartsbisschop en heeft een universiteit. De zeer belangr. handel betreft vooral den uitvoer van wijn (n.l. de Bordeauxwijn, uit het omgevende landschap Bordelais), brandewijn, vruchten en visch, en den invoer van kolen, hout, huiden, koffie, wol, suiker. De vrij aanzienl. nijverheid bestaat in de eerste plaats uit scheepsbouw en daarop betrekking hebbende industrieën; verder produceert men azijn, likeur, machines, porcelein, leer, suiker, chocolade, parfumerieën, enz.

Er is een Nederl. consulaat. B. is het Burdigala uit den Rom. tijd. Het was toen de hoofdpl. van de prov. Aquitania Secunda en reeds een aanzienlijke stad; uit dien tijd vindt men nog eenige overblijfsels, b.v. het z. g. „Palais Gallien”, een oud amphitheater. Gedurende de volksverhuizing werd de stad door de Germanen verwoest; kwam in de macht der West-Goten, daarna in die der Franken en in 732 werd zij door de Mooren veroverd, die echter reeds in 735 door Karel Martel weer verjaagd werden.

Later had B. veel van de Noormannen te lijden en was in de 10e eeuw hoofdstad van het hertogdom Aquitanië. Ten gevolge van het huwelijk van Eleonnore van A. met koning Hendrik II van Engeland kwam B. in 1154 aan dit vorstenhuis. Tegen het einde van den 100-jarigen oorlog, in 1451, werd het weer door Karel VII van Frankrijk veroverd. Sinds bleef het bij Frankrijk. Gedurende den oorlog van 1870-’71 was het tijdelijk de zetel van de Fransche regeering, evenzoo in 1914, gedurende den opmarsch van het Duitsche leger in N.-Frankrijk.