Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bopp

betekenis & definitie

Bopp (Franz), Duitsch philoloog, 1791-1867, de grondlegger der vergelijkende taalwetenschap. Hij bracht jaren te Parijs en Londen door met het bestudeeren van de vele daar aanwezige hss. en teksten en voerde voor het eerst uit, wat noodig was, om de vroeger meer vermoede dan bewezen verwantschap van die verschillende talen wetenschappel. vast te kunnen stellen, die men tegenwoordig als de Indogermaansche talen aanduidt: hij doorvorschte nauwkeurig den grammaticalen bouw, het geheele organisme dezer talen in het werk: Über das Conjugationssystem der Sanskritsprache in Vergleichung mit jenem der griech., lat., pers. und german. Sprache (1816). Eerst op de basis van de in dit werk gevolgde methode en hare resultaten was het mogelijk, de nieuwe wetenschap der vergelijkende grammatica (de naam is van Fr.

Schlegel) op te bouwen. B. zelf voerde ook deze taak later op schitterende wijze uit met zijn Vergl. Grammatik des Sanskrit, Send, Armenischen, Griech., Latein, Litauischen, Altslawischen, Gothischen u. Deutschen (’33-’52). De onderzoekingen van alle latere taalvorschers, ook wanneer zij B. op verscheidene punten verbeterden, of tot andere resultaten kwamen, berusten ten slotte op dit werk. — Nog vele grootere en kleinere geschriften verschenen van Bopp’s hand: Ausführliches Lehrgebäude der Sanskrita-Sprache (’27), Die keltischen Sprachen in ihrem Verhältnisse zum Sanskrit, u. s. w. (’39), Glossarium Sanscritum (’47), Ueber die Sprache der alten Preuszen (’53), Ueber das Albanesische in seinen verwandtschaftlichen Beziehungen (’54), Vergleichendes Accentuationssystem des Sanskrit und Griechischen (’54), vertalingen van episoden uit het Mahābhārata, enz. — Levensbeschrijvingen van Kuhn (1868),Lefmann (1891-’05).

< >