Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bogomilen

betekenis & definitie

Bogomilen - eene dualistisch-manicheïsche secte in Thracië, Macedonië en Bulgarije, zoo genoemd naar hun stichter en hervormer, den Bulgaarschen priester Bogomil, in de eerste helft der 10de eeuw. Tegen het einde der 11de eeuw bevonden zich zeer vele leden van deze secte, die ook Patarenen heette, in Bosnië en vooral onder de aanzienlijken, zelfs aan het koninklijk hof. Zij noemden zich zelven eenvoudig „Christenen” en hunne gemeente de Bosnische kerk. De vervolging der Hongaren tegen hen kon de secte niet uitroeien, maar de verovering van Bosnië door de Turken (1463) hield hare uitbreiding tegen, terwijl massa’s van hen en inzonderheid velen uit den adel zich bij den Islam aansloten.

Zij leerden, dat niet God als het hoogste goede Wezen de zichtbare wereld geschapen had, doch dat dit door den Booze was geschied. Het booze was echter ontstaan door afval van God, d.i. van het goede beginsel. Hun Soteriologie droeg een docetisch karakter. Christus had de menschheid slechts door zijn leer verlost; zij verwierpen daarom de sacramenten. Hun gemeentelijke organisatie en hun eeredienst waren zeer eenvoudig.

Zij verwierpen het O. Testament met uitzondering der Psalmen. Nevens het N. Testam. waren bij hen eenige apocryphen in gebruik. Het schijnt, dat deze secte zich van het Balkanschiereiland verbreid heeft naar Italië en ZuidFrankrijk. Zie Ign. Döllinger, Beiträge zur Sektengeschichte des Mittelalters (München 1890).

< >