Bloedverwantschap, de betrekking tusschen personen, die of van elkaar afstammen of een gemeenschappelijken stamvader hebben. De betrekking van b. wordt berekend naar het aantal geboorten; elke geboorte wordt een graad genoemd (345 B.W.). De opvolging van graden maakt een linie. Zij heet rechte linie, indien zij bestaat tusschen personen, die de een van den ander afstammen, zijdlinie tusschen personen, die niet van elkander afstammen, doch een gemeenen stamvader hebben (346 B. W.). Men onderscheidt rechte nederdalende en rechte opgaande linie, naarmate men het verband tusschen den stamvader en hen, die van hem afstammen, of tusschen dezen en den stamvader wil aanduiden (347 B.W.). Ter berekening van den graad van b. tusschen twee personen telt men in de rechte linie zooveel graden als er geboorten tusschen de personen zijn.
Vader en zoon staan dus tot elkaar in den eersten graad, grootvader en kleinzoon in den tweeden graad (348 B. W.). In de zijdlinie wordt de graad v. b. berekend naar het aantal geboorten tusschen den eenen bloedverwant en den naasten gemeenen stamvader, vermeerderd met dat tusschen dezen en den anderen bloedverwant. Zoo staan broers tot elkaar in den tweeden, ooms en neven in den derden, volle neven in den vierden graad (349 B.W.). B. heeft belangr. wettelijke gevolgen. Men denke, behalve aan de persoonlijke verhoudingen, aan erfrecht, onderhoudsplicht, onbekwaamheid tot het afleggen van getuigenis.