Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bloedfilariën

betekenis & definitie

Bloedfilariën Onder de Draadwormen komen enkele voor, die parasietisch leven in bloed. Dit zijn de volgende: Filaria bankrofti bij den mensch en Filaria immitis bij den hond. Eerstgenoemde wordt tot 100 m.M. lang en slechts 0.28 m.M. dik, is dus geheel draadvormig. Leeft in lymphvaten op verschillende plaatsen van het lichaam, vooral in de lies. In de lymphvaten wordt het broed, de mikrofilariën, afgezet; deze larven worden door den lymphstroom in het bloed gebracht en aldus door het geheele lichaam verspreid; de lengte is 0,3 m.M. Zij rollen zich veelal min of meer spiraalsgewijs op.

Merkwaardig is, dat eerst na zonsondergang dergelijke mikrofilariën in het bloed van de huid voorkomen; na middernacht trekken zij zich weder naar het meer inwendige bloed terug om gedurende den dag geheel uit de huid te verdwijnen. Wat de oorzaak hiervan is, is niet bekend. Maar wel is dit feit van groote beteekenis, daar het optreden van mikrofilariën in de huid samenvalt met den zwermtijd van muggen, welke dieren de overbrengers van de ziekte zijn. Bij het zuigen van bloed komen de larven der BI. in de maag van de mug; zij boren zich door den maagwand heen, komen in de met bloedvloeistof gevulde lichaamsholte van de mug en gaan naar de borstspieren, waar zij zich ontwikkelen. Zij worden 1.7 m.M. lang, verlaten de borstspieren en komen weer in de bloedvloeistof, om naar de onderlip te trekken. Steekt nu een geïnfecteerde mug den mensch, dan buigt de onderlip, die niet tot het steken gebruikt wordt, om en door de drukking van de wormpjes scheurt zij open, zoodat deze naar buiten treden en in de wond kunnen dringen langs de mondwerktuigen van de mug. Zij zoeken nu de lymphvaten op en groeien tot volwassen dieren uit. Als overbrengers komen zeer verschillende soorten van steekmuggen in aanmerking: zoowel behoorend tot het geslacht van de gewone steekmug* (Culex) als tot dat van de malariamug* (Anopheles).

De hierdoor veroorzaakte ziekte, filariose, is bekend uit bijna tropische en subtropische landen; in Europa zou zij slechts in Spanje zijn waargenomen. Dikwijls vertoonen geinfecteerde personen geene of zeer geringe ziekteverschijnselen; meestal echter treden zeer ernstige symptonen op: bloedarmoede, koorts, zwelling van de milt en vooral lymphatische zwellingen, bij voorkeur aan de geslachtsorganen en ledematen, welke reusachtige afmetingen kunnen aannemen (elephantiasis*). In vele gevallen eindigt de ziekte met den dood. Als eenig voorbehoedmiddel tegen deze ziekte moet natuurlijk gelden, dat men zich vrijwaart tegen den steek van muggen. — Bij den hond komt de tweede soort, Filaria immitis, voor en wel vooral in de rechter harthelft en de longslagader. Bevinden zich op deze plaatsen slechts enkele exemplaren — de lengte bedraagt 18 c.M. — dan zijn geen stoornissen te verwachten; stijgt echter dit aantal, dan kunnen stoornissen in den bloedsomloop optreden, die den dood kunnen veroorzaken. Overbrengers eveneens Culex- en Anophelessoorten. Deze hondenfilariose komt vooral voor in Japan en China, waar bijna alle honden geinfecteerd zijn, verder in de Vereenigde Staten, Europa en Brazilië.