Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bewijsmiddel

betekenis & definitie

Bewijsmiddel, het middel waardoor, de weg waarlangs men tot het bewijs in rechte kan komen. Voor het burgerl. proces onderscheidt de wet als zoodanig (art. 1903 B. W.): 1) schriftelijk bewijs; 2) bewijs door getuigen; 3) vermoedens; 4) bekentenis; 6) eed; — voor het strafproces (art. 391 Sv.): 1) bewijs door getuigen; 2)schriftelijke bescheiden; 3) bekentenis; 4)aanwijzingen.De opsomming is voor het burgerl. proces onvolledig. Zoo spreekt de wet zelf nog van gerechtel. plaatsopneming, bericht van deskundigen (artt. 219, 222 Rv.), de algemeene bekendheid (221B. W.). Van den anderen kant wordt wel betwijfeld, of al de genoemde middelen b. zijn.

Zoo wordt wel ontkend, dat bekentenis een b. zou zijn, daar zij veeleer bewijs overbodig maakt. Ook van vermoedens, aanwijzingen, staat het karakter van b. niet vast; zij zouden veeleer als bewijsgronden moeten worden aangeduid, terwijl ook aan den eed dit karakter wel wordt ontzegd. In het burgerl. proces mogen niet steeds alle b. worden toegepast. Zoo wordt door de artt. 1933 en v. B. W. gebruik van het getuigenbewijs zeer beperkt. Dezelfde beperking geeft art. 1969 B. W. voor de feitelijke vermoedens, art. 1964 B. W, voor de mondel. buitengerechtel. bekentenis. Ook bevat de wet gevallen, waarin slechts een bepaald b. is of bepaalde b. zijn toegelaten; zoo in artt. 205 B.W., 258 K. 177 Rv.