Basiliek, Basilica, (n.l. domus of porticus), bij de Romeinen een soort van gebouwen, waarin zij hun gerechtszittingen hielden en handelszaken afdeden. De plattegrond was rechthoekvormig. Rijen zuilen in de richting der lengte en ter weerszij stonden binnenin. Vensters in de lange wanden, soms aan een der smalle zijden een halfrond uitgebouwde nis, waarin het gerechtshof plaats nam. In het begin was het dak plat, later gewelfd. Als oudste wordt gewoonlijk die van M. Porcius Cato 189 v. Chr. opgegeven, waarop anderen zijn gevolgd o.a. de B. Julia Caesaris 46 v. C., die door Augustus is voltooid. Ook in Italië en in de provinciën hebben zij bestaan. Niet alleen bij het Forum, maar ook bij andere openbare gebouwen kwamen zij voor, deze waren dan voor het publiek bestemd. De best bewaarde is te Pompeji, terwijl men de uitvoerigste beschrijving aantreft bij Vitruvius V 1,4. Uit den laterenkeizertijd zijn de B. Konstantijn (ook Maxentius b.) te Rome, een latere, tot een Chr. kerk verbouwde te Trier. De oud-Chr. kerk nam den vorm over. Het is echter, ondanks vele onderzoekingen, tot nog toe onbeslist gebleven of daarbij voorbeelden van de hallen in het Rom. woonhuis (b. privata) of wel de bovengenoemde openbare gebouwen het eerst werden nagevolgd en dus als hoofdvoorbeeld zijn te beschouwen. De van de Chr. b. te geven definitie luidt in hoofdzaak: een langwerpig gebouw, door rijen van zuilen in drie of meer ongelijke beuken verdeeld, aan den eenen smallen kant voorzien van een halfronde nis (apsis), verlicht door vensterrijen in de zijbeuken, die met lessenaardaken zijn gedekt en door een reeks van vensters in de, op de zuilen zich verheffende wanden van schip (middelbeuk), dat boven de zijbeuken uitrijst en door een tentdak is gedekt, zie KERKGEBOUW. Er zijn ook beroemde of zeer oude en eerbiedwaardige kerken, aan welke de titel van b. is toegekend; deze worden verdeeld in „bacilicae majores” (van deze zijn er slechts vier, n.l. te Rome, de Sint-Pieter, de Sint-Paul, de Sint-Jan van Lateraan en de Sint-Maria-Maggiore) en „basilicae minores” (verschillende kerken te Rome en andere plaatsen, in ons land te Sittard en Oudenbosch).
Litt. C. C. Bunsen, Die Basiliken der christl. Rome, F. X. Kraus Real Encyclopaedie der christl. Altertümer (Freiburg 1882); A. Riegl, Zur Entstehung der Christl. B., Jahrb. der k. k. Zentral kommission en vooral Wulff in het door F. Burger uitgegeven Handbuch für Kunstwissenschaft, Ak. Verlagsgesellsch. Athenaion.