Barrière

betekenis & definitie

Barrière, afsluitboom of slagboom, dienende om verkeerswegen bij overwegen van spoorwegen tijdelijk af te sluiten. Er zijn verschillende constructies van b.; de meest gebruikelijke is de neervallende slagboom met tegenwicht, welke in geopenden toestand nagenoeg vertik. staat en door een mechaniek langzaam neergelaten wordt na, vooraf of tijdens het neerlaten door bellen het verkeer voor de afsluiting te waarschuwen. In neergelaten stand rusten deze b. op de palen aan weerszijden van den overweg. Is de gewone afsluitboom geen voldoende afsluiting, dan worden er scharnierende ijzeren hekken onder aangehangen, meestal in den vorm van zichzelf door de zwaartekracht bij het omhooggaan samenvouwende ijzerconstructies. Wanneer de verkeersweg te breed is voor één b., dan worden er twee of meer geplaatst, elk voor een afzonderlijke weggedeelte: voetpad, trambaan, enz. en soms voor de geheele breedte twee naar elkaar toeslaande b., welke dan steunen op een aan het boveneinde bevestigd steunpunt, dat de beweging van de b. meemaakt. B. worden bediend door een daarbij gestationneerd spoorwegbeambte of vanaf een centraal punt, b.v. een station.