Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Baren

betekenis & definitie

Baren (J. van), geb. 1875 te Rotterdam, werd eerst opgeleid tot onderwijzer, legde zich toe op de aardrijkskunde, behaalde in 1902 de acte K. IX, werd in 1903 benoemd tot docent aan de hoogere Rijks land-, tuin- en boschbouwschool te Wageningen, om onderwijs te geven in de geologie en aanverwante wetenschappen, gaf uit: De vormen der aardkorst, inleiding tot de studie der physiographie, bewerkte De bodem van Nederland, hetwelk heet de tweede druk van het in 1860 compleet gekomen gelijknamige werk van Dr. W. C. H. Staring, (voor 7/10 deel gereed). Talrijke artikelen betreffende de geologie en geomorphologie van den Nederlandschen bodem zijn in het Tijdschr. v. h. Kon. Ned. Aardr. Gen. en andere tijdschriften verschenen. Tot de belangrijkste behooren de artikelen over den morphologischen bouw van het diluvium ten Oosten en ten Westen van den IJsel, over den vertikalen bouw der zeeduinen en over het keileem. De door hem bijeengebrachte bewijzen voor de aanwezigheid in den Nederlandschen bodem van afzettingen uit twee welonderscheiden, door een interglaciale periode onderbroken, ijstijden worden vooralsnog door het meerendeel der Nederlandsche geologen als niet afdoende beschouwd. V. B. is verder bekend geworden door zijn streven om door het leiden van excursies en het houden van voordrachten in ruimeren kring belangstelling te wekken voor de geologie van Nederland.

< >