Wat is de betekenis van BAREN?

2023-12-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

baren

baren - regelmatig werkwoord uitspraak: ba-ren 1. ter wereld brengen ♢ de vrouw heeft een kind gebaard Regelmatig werkwoord: ba-ren ik baar jij/u baart hij/...

2023-12-11
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Baren

Baren - ontgroenen (op de KMA te Breda).


Direct alle 13 resultaten bekijken?

Start nu je gratis proefperiode!

2023-12-11
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

baren

Zie (ook) bevallen

2023-12-11
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Baren

Bij vrouw en man symboliseert het baren het aanpakken van nieuwe ideëen, die binnenkort gerealiseerd kunnen worden. (Verder als ‘Bevalling’, ‘Geboorte’).

2023-12-11
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

baren

baren - Term van Japanse origine voor gladde, platte, ronde of ovale kussentjes met handvatten die worden gebruikt om een vel papier tegen de voorkant van een reliëfcliché te drukken om een afdruk te maken.

2023-12-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Baren

v., bernje, bernhelje.

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baren

I. BAREN (baarde, heeft gebaard), 1. (een kind) ter wereld brengen: met smart zult gij kinderen baren (Gen. 3 : 16); — (met datief) schenken : Hag ar baarde Abraham een zoon (Gen. 16 :15); — (spr.) de berg heeft een muis gebaard, datgene waar zoveel ophef, zoveel drukte van gemaakt werd, is op weinig of niets uitg...

2023-12-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

baren

zij baarde, h. gebaard (een kind ter wereld brengen; fig. veroorzaken): dit baart mij verdriet, veroorzaakt; dat zal opzien, onrust, angst baren, verwekken; de berg zal een muis baren, de uitkomst zal ver beneden de verwachting blijven.

2023-12-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

baren

(ba:rən) (baarde, heeft gebaard), ~ Lat. ferre, dragen, 1. ter wereld brengen: een kind -. → berg, tijd. Tost. → afmaken. 2. veroorzaken: dat zal opzien -; deugd baart vreugd; dit baart mij verdriet.

2023-12-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baren

(baarde, heeft gebaard), 1. (een kind) ter wereld brengen; (spr.) de berg heeft een muis gebaard, datgene waar zoveel ophef, zoveel drukte van gemaakt werd, is op weinig of niets uitgelopen; de tijd baart rozen, de tijd brengt alles weer terecht, verzacht het leed; 2. (fig.) veroorzaken, teweegbrengen: dit baart mij zorg.

2023-12-11
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baren

Baren (J. van), geb. 1875 te Rotterdam, werd eerst opgeleid tot onderwijzer, legde zich toe op de aardrijkskunde, behaalde in 1902 de acte K. IX, werd in 1903 benoemd tot docent aan de hoogere Rijks land-, tuin- en boschbouwschool te Wageningen, om onderwijs te geven in de geologie en aanverwante wetenschappen, gaf uit: De vormen der aardkorst, inl...

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAREN

(baarde, heeft gebaard), een kind ter wereld brengen; — (spr.) de berg heeft eene muis gebaard, datgene waar zooveel ophef, zooveel drukte van gemaakt werd, is op weinig of niets uitgeloopen; — de tijd baart rozen, de tijd brengt alles weder terecht; — (fig.) veroorzaken: dit baart mij kommer; schrik, zorg, angst, onrust, opzien...

2023-12-11
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Baren

Baren, bw. gel. (ik baarde, heb gebaard), ter wereld brengen; (fig.) de tijd baart rozen, de tijd brengt alles weder te regt; (fig.) veroorzaken; dit baart mij kommer. *...RING, v. het baren.