Bakoenin (michael) - Russ. revolutionair, geb. in 1814 in Torshok, overl. 1 Juli 1876 te Bern, zoon van een grondbezitter, werd opgeleid voor artill. officier, nam weldra ontslag en begon zich aan de studie te wijden, met name aan de philosophie van Hegel. In 1841 vestigde hij zich te Berlijn om hier zijn studiën voort te zetten; in 1842 begaf hij zich naar Dresden en in Jan. 1843 naar Parijs, waar hij met uitgeweken Polen verkeerde; vervolgens leefde hij eenigen tijd in Zwitserland, en keerde in Nov. 1847 naar Parijs terug; om een op den gedenkdag van den Poolschen opstand gehouden revolutionaire rede eischte de Russ. regeering zijn uitlevering; B. redde zich echter door de wijk te nemen naar Brussel. Hij hield zich ook eenigen tijd in Duitschl. en Oostenrijk op. Hoewel in zijn philosophische theorie een cosmopoliet, bleef hij tot dusver Rus eD droomde van een panslavistisch wereldrijk op de puinhoopen van W.-Europa; zijn innige haat tegen de Duitschers dreef hem naar de Kroaten en de Czechen, om met hen eerst de Oostenr. monarchie en vervolgens Duitschland te vernietigen.
Weldra zag hij zich echter gedwongen, Oostenrijk te verlaten; hij nam nu deel aan de opstanden in Saksen en leidde van 6—9 Mei 1849 de verdediging van Dresden; 10 Mei werd hij te Chemnitz gevat en ter dood veroordeeld, doch aan Rusland uitgeleverd; tot 1857 onderging hij vestingstraf en werd vervolgens naar Siberië verbannen; in 1860 wist hij naar Japan te ontkomen en over Californië Londen te bereiken. Hier verkreeg hij weldra grooten invloed op het orgaan Kolokol (De Klok) van Herzen, dat hij gaandeweg tot het orgaan van het anarchisme maakte. In een manifest van 16 Febr. 1862 verklaarde hij voortaan zijn werkzaamheid alleen aan de Slavische rassen te zullen wijden; in zijn brochure Romanow, Pugatschew of Pestel, schijnt deze verklaring ernst; hij betuigt daarin zijn instemming met het absolutisme van den czaar, onder voorwaarde dat het zich aan de spits der panslavistische beweging zal zetten en de cultuur van Westel. Europa den oorlog zal aandoen. Weldra keerde hij echter tot het beginsel der cosmopolitische revolutie terug. In 1867 werd hij lid van het permanente comité der vredeliga en liet zich in Juli 1868 als lid der centrale sectie der Internationale van Genève opnemen; zijn poging om de vredeliga met de Internationale te vereenigen, mislukte; daarom trad hij uit de liga en richtte de „Alliance de la démocratie socialiste” op. Deze Alliance ging in hoofdzaak tot de Intemationalo over, doch versmolt daarmede niet geheel en bleef in zekeren zin zelfstandig voortbestaan; met haar hulp zocht B. zich alsnu van de leiding der Internationale meester te maken; drie jaren duurde de strijd tusschen hem en Marx, nl. van het congres te Bazel in 1869 tot op dat in Den Haag in 1872; hij eindigde met de volkomen nederlaag van B. Hij en de door hem opgerichte afd. in Frankrijk, Italië, Spanje en België werden door den algemeenen raad der Internationale uitgesloten.