Avondmaalsviering - Vóór het avondmaal komt de kerkeraad bijeen om censura morurn, d. w. z, beoordeeling van de zeden der gemeenteleden te houden, of hij gedwongen is om gegronde redenen iemand het avondmaal te ontzeggen. Voorts gaat aan de plechtige bediening vooraf een voorbereidingsprediking in de vorige week. In het Noorden des lands werden daarbij eenige vragen, uit Emden afkomstig, door de gemeente beantwoord. De synode der Ned.
Herv. Kerk van 1817 beval die vragen voor algemeen gebruik aan. Ze worden op sommige plaatsen gedaan, hetzij bij de voorbereiding, hetzij in den avondmaalsdienst zelf. Deze behoeft evenmin des avonds plaats te hebben als een noenmaal op de nona hora of een middagmaal om twaalf uur. Behalve op Goeden Vrijdag is de ochtend het gebruikelijkst. Veelal heeft het A vier malen ’s jaars plaats. Aan de viering gaat doorgaans de voorlezing van het avondmaalsformulier vooraf. Gewoonlijk gaan bij het A. de mannen de vrouwen voor.
De uitreikingswoorden voor brood en wijn zijn naar 1 Kor. 10 : 16. In ons land is de tafel aangericht in een bepaald gedeelte van de kerk en begeven zich allen geleidelijk daarheen. Dit noemt men wandelende communie, ook dan, wanneer de leden brood en beker een voor een uit de handen van den dienaar ontvangen. Elders heeft men de zittende communie, waarbij men brood en wijn op zijn plaats toegereikt krijgt. In den laatsten tijd is er een streven om uit hygiënische overwegingen den gemeenschappelijken beker — waarvan er trouwens toch dikwijls reeds vier zijn — door een groot aantal afzonderlijke bekertjes te vervangen. Vgl. F. Spitta, Die Kelchbewegung in Deutschland und die Reformation der Abendmahlsfeier, 1904. Voor de wijze, waarop het Avondmaal van Christus in de kunst werd voorgesteld, zie o. m. Adama van Scheltema: Über die Entwicklung der Abendmahlsdarstellung. Uitgave van Brusse, 1912.