Asinius pollio - (Gajus), 76 v. C. —5 n. C., maakte zich het eerst bekend door een vergeefsche aanklacht tegen Cato (54), sloot zich in den burgeroorlog bij Caesar aan en streed in 49 en 48 op Sicilië en in Spanje, in 46 in Afrika en in 45 nogmaals in Spanje. Daarna bekleedde hij de praetuur, was in 44 en 43 propraetor in Spanje, waar hij door Sex. Pompeius werd verslagen: hij behield echter de provincie met 3 legioenen. In 43 sloot hij zich bij Antonius aan, was diens legaat in Gallia Transpadana en onderhandelaar bij het vredesverdrag van Brundisium in 40, waarin hij tevens consul was, In het volgende jaar versloeg hij de Parthini in Illyrië en hield een triumftocht over hen.
Hij trok zich daarna uit de politiek terug en wijdde zich aan kunsten en wetenschappen en ook daarin heeft Rome hem veel te danken. Hij heeft de eerste openbare bibliotheek gesticht in den tempel van Libertas en de recitationes ingevoerd, d.i. de voorlezingen critiek van nieuwe werken in een kring van vrienden. Hij heeft treurspelen vervaardigd en een geschiedwerk, de historiae, die met het jaar 60 begonnen en door de Ouden zeer werden geroemd. Hij stond zeer hoog als redenaar en bovendien wordt hij als grammaticus en criticus genoemd. Hij stierf op zijn landgoed te Tusculum. Een monographie over hem van Thorbecke (Leiden 1820),