Apperceptie - psychologische term, in ’t algemeen aanduidend: het bewuste opvatten en zich toeeigenen van een voorstellingsinhoud. De app. werd als (alleen aan hoogere zielen eigene) reflexieve, met opmerkzaamheid en herinnering verbonden, voorstelling het eerst door Leibniz onderscheiden van de perceptie, het bloote in bewustzijn hebben van zinnelijke gewaarwordingen. Bij Kant is de empirische app. het veranderlijke, zijn inhoud wisselend Ik-bewustzijn; de transcendentale app. is daartegenover de oorspronkelijke identische eenheid van het kennend bewustzijn, die logisch aan alle ervaringskennen voorafgaat. — Een bijzondere beteekenis krijgt de term app. bij Herbart. Nieuwe voorstellingen worden geappercipieerd doordat „oudere gelijksoortige voorst, ontwaken, met hen samensmelten en hen in hunne verbindingen invoeren”.
Op de app. berust alle verstaan en begrijpen, alle leeren en kennen. — Wundt verstaat onder app. het duidelijk maken van een psychischen inhoud door de daarop gerichte opmerkzaamheid, waarin de wil zich openbaart. De actieve app. is een functie van het Ik. Terwijl door den wil zekere inhouden en inhoudsbestanddeelen van voorstellingen uitgekozen, gefixeerd en met andere evenzoo uitgekozen elementen verbonden worden, ontstaan apperceptieve verbindingen. De actieve app. is van fundamenteele beteekenis in het denken (analyse en synthese, vergelijken, vorming van begrippen, oordeelen enz.), in de werkzaamheid der fantasie en in het doelbewuste handelen.