Anthemis - Roomsche Kamil, plantengeslacht der Composieten met ongev. 100 soorten in Europa en het gebied van de Midd. Zee, waarvan drie soorten in Nederland in het wild voorkomen, nl. A. tinctoria de Gele Kamil met geheel gele bloemhoofdjes, A. Cotula, de Stinkende Kamil en A. arvensis, de Valsche Kamil, met witte straalbloemen. De meeste soorten hebben een min of meer onaangenamen sterken geur, vooral bij het wrijven der bladeren.
Een bekende geneeskrachtige plant is A. nobilis, de Roomsche Kamil, met witte straal- en gele schijfbloemen welke als Flores Chamomillae romanae in de apotheek voorkomen. De plant komt in het wild vooral voor in Z.-W.-Europa en wordt op verschillende plaatsen in Z.-Engeland, Duitschland, België, Frankrijk en Italië in het groot gekweekt. De meeste deelen van de bloemen dragen klierharen, die een aetherische, in het begin blauwe, later groen tot bruingeel wordende olie (oleum anthemidis) bevatten, welke vooral in Mitcham door destillatie uit de bloemhoofdjes verkregen wordt. Gekweekt wordt A. tinctoria met gele bloemen welke, gedroogd, voor winterbouquetten worden gebruikt, in het bijzonder de variëteit Kelwayi met goudgele bloemen.