Alexius - Alexios. Een aantal vorsten van het Byzantijnsche keizerrijk droeg dezen naam:
Alexius I Comnenus, geboren te Constantinopel, 1048; hij was de zoon van Johannes Comnenus, den broeder van Izaak I Comnenus. Toen Izaak I afstand deed, wees A.’s vader de keizerskroon af, waarop deze aan Dukas, zoon van een befaamd legeraanvoerder, werd geschonken. Ten slotte gelukte het aan het leger, om A. op den troon te plaatsen, 1081, waarbij zijn voorganger, Nicephorus III Botoniates, naar een klooster verbannen werd. A. vond zijn rijk van alle zijden door vijanden bedreigd; uit het Oosten kwamen de Seldsjoeken; de woeste Normandiërs, afstammelingen der Noormannen, die zich kortelings op Sicilië en in Italië hadden genesteld, liepen onder Robert Guiscard zijn Westelijke provinciën af; A. zond gezanten naar de synode van Piacenza, om de hulp der Westersche vorsten te vragen tegen de Seldsjoeken. Toen de eerste kruistocht een aanvang nam (1096) was Constantinopel bestemd tot verzamelplaats der kruisvaarders. Daar kwamen zij in 1096 en 1097 aan, maar A. maakte zich nu bekommerd over het groot aantal en de ruwheid der Westersche krijgers, onder wie hij ook de verschrikkelijke Normandiërs zag. Den aanvoerders liet hij zijne groeten aanbieden en hij behandelde hen met onderscheiding, doch de troepen mochten de hoofdstad niet binnen gaan.
Hij eischte van de vorsten den leeneed over de plaatsen, die zij den Seldsjoeken zouden ontnemen en eenmaal aan het Romeinsche rijk hadden behoord. Hij zou dan het leger met levensmiddelen en troepen bijstaan. Na eenige moeilijkheden werd de eed afgelegd en trokken de troepen den Bosporus over. Doch spoedig werd de goede verstandhouding met de Westersche vorsten weer verstoord. A. regeerde 37 jaren en overleed in 1118. Zijn dochter Anna Comnena beschreef zijn leven.
Alexius II Comnenus, zoon van Manuel I, volgde op 13-jarigen leeftijd zijn vader op (1180); in 1183 werd hij door zijn voogd, Andronicus, onttroond en in 1184 vermoord.
Alexius III Angelus onttroonde zijn broeder Izaak II Angelus en beroofde hem van het gezicht (1195); Alexius, de zoon van Izaak, wendde zich nu om hulp tot de kruisvaarders, die te Venetië vertoefden, en beloofde daarvoor onder meer een hereeniging der Grieksche met de Roomsche kerk. Toen de kruisvaarders daarop het huis van Izaak II in de regeering hadden hersteld (1203), nam A. III de wijk naar Klein-Azië en stierf in 1210.
Alexius IV Angelus, zoon van Izaak II. Toen deze Keizer eenmaal met behulp der kruisvaarders op den troon was gekomen (1203), hield bij de gedane beloften niet, waarop de kruisvaarders andermaal het beleg voor Constantinopel sloegen, tijdens welk beleg A. IV door Alexius Murzuphlos onttroond en 8 Febr. 1204gedood werd.
Alexius V Murzuphlos, door de inwoners van Constantinopel in 1204 tot Keizer uitgeroepen, bracht zijn onttroonden voorganger, Alexius IV, ter dood. Hij was gehuwd met Eudokia, dochter van Alexius III; toen de kruisvaarders Constantinopel tot overgave hadden gedwongen, April 1204, moest A. vluchten; bij Mosynopolis in Macedonië vond hij zijn eveneens voortvluchtigen schoonvader, die hem van het gezicht liet berooven; hij werd kort daarop door de Latijnen gevat, naar Constantinopel gevoerd en in den zomer van 1204 ter dood gebracht.